Waarom de originele Moadiem (ook wel Joodse Feestdagen genoemd)

We realiseren ons allemaal dat JHWH ons Zijn Thora ( richtlijnen) heeft gegeven voor ons eigen welzijn.

Devarim (Deuteronomium) 10:12-13
“Nu dan, Israël, wat vraagt JHWH, uw Elohim, van u dan JHWH, uw Elohim, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en JHWH, uw Elohim, te dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel, en de geboden van JHWH en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, u ten goede?”

Als kinderen begrijpen we niet altijd waarom onze ouders willen dat we bepaalde dingen doen. Als we tieners worden, wordt onze eigen wil steeds sterker, en rebelleren we vaak tegen de instructies van onze ouders. Zelfs wanneer de dingen die onze ouders willen dat we doen voor ons eigen welzijn zijn. En omdat we nog niet genoeg ervaring hebben, kunnen we ervoor kiezen ongehoorzaam tegen onze ouders te zijn, en besluiten hun instructies te vervangen door “onze eigen vervangende regels”. En zo vergaat het velen van ons ten opzichte van onze Vader JHWH.

In het verloop van deze studie zullen we zien dat JHWH ons vraagt een heel specifieke soort van kalender te volgen vanwege enkele hele belangrijke redenen. Als we deze kalender houden zal dat zeer ten goede voor ons uitwerken. Toch zullen we zien dat een groot aantal gelovigen besluiten er een heel andere kalender op na te houden, zeer waarschijnlijk omdat ze het belang van de kalender die Hij ons, in Zijn Thora, vraagt te houden niet goed begrijpen.

Dit zijn de Moadiem (feesten) waarover we het hebben:

Als we een baan in de wereld hebben, moeten we op ons werk verschijnen op de tijden die onze baas vaststelt, en we hebben te doen wat hij zegt wat we moeten doen. Het is ook een goed principe als we op tijd komen en daarnaast naar alle bedrijfsfeesten gaan. Dit is allemaal slechts een deel van een goede werknemer zijn. Dit is allemaal slechts onderdeel van het goed invullen van onze baan voor onze werkgever.

De schrift vergelijkt ons met knechten, en in het Hebreeuwse denken is een goede dienaar iemand die doet wat zijn meester hem vraagt te doen, naar zijn beste kunnen en vermogen. Datzelfde geldt ook voor man en vrouw. Wie zijn/haar partner liefheeft doet naar beste kunnen en vermogen dat wat de partner graag wil. Dus als we onze aardse heren/partners al dienen op deze manier, waarom zouden wij JHWH met minder genoegen laten nemen? Waarom komen we niet opdagen voor de dienst aan Hem, en voor de door Hem vastgestelde tijden en “familie bijeenkomsten” wanneer Hij dat zegt? Als we Zijn dienaren zijn dan moeten we blij zijn om deze dingen te doen naar ons beste kunnen en vermogen.

De Joden hebben een heel oud gezegde: “wiens kalender je houdt, diens dienaar ben je”. En dit gezegde is waar. Hindoes bijvoorbeeld houden hun kalender omdat ze geloven dat hun valse elohim (valse god) dat wil. Moslims houden hun kalender omdat ze geloven dat het hun valse god plezier doet. Zonneaanbidders aanbidden ook specifiek op belangrijke dagen van de zonnecyclus, om zo hun betrokkenheid met de zon te tonen. In de taal van de Schriften laat dit allemaal “dienstbaarheid” zien.

Shemot (Exodus) 32:2-10
“En Aäron zei tegen hen: Ruk de gouden ringen die uw vrouwen, uw zonen en uw dochters in hun oren hebben, af, en breng ze bij mij. Toen rukte heel het volk de gouden ringen die ze in hun oren hadden, af en zij brachten ze bij Aäron. Hij nam ze van hen aan, hij bewerkte ze met een graveerstift en maakte er een gegoten kalf van. Toen zeiden zij: Dit zijn uw goden, Israël, die u uit het land Egypte geleid hebben. Toen Aäron dat zag, bouwde hij er een altaar voor, en Aäron kondigde aan: Morgen is er een feest voor JHWH! Zij stonden de volgende dag vroeg op, brachten brandoffers en brachten ook dankoffers. Het volk ging daarna zitten om te eten en te drinken; vervolgens stonden zij op om uitbundig feest te vieren. Toen sprak JHWH tot Mozes: Ga, daal af, want uw volk, dat u uit het land Egypte hebt geleid, heeft verderfelijk gehandeld. Zij zijn al snel afgeweken van de weg die Ik hun geboden had: zij hebben voor zichzelf een gegoten kalf gemaakt, zij buigen zich ervoor neer, offeren eraan en zeggen: Dit zijn uw goden, Israël, die u uit het land Egypte geleid hebben. Ook zei JHWH tegen Mozes: Ik heb dit volk gezien, en zie, het is een halsstarrig volk. Nu dan, laat Mij begaan, zodat Mijn toorn tegen hen ontbrandt en Ik hen vernietig. Dan zal Ik ú tot een groot volk maken.

Merk op dat Aharon niet tegen Israël zei dat ze een andere Elohim moesten aanbidden. Alles wat hij zei was: “Morgen is een feest voor JHWH” (vers 5). Juist deze handeling van het maken van zijn eigen tijd voor de aanbidding van JHWH is het die JHWH zo woedend maakte dat hij bereid was om Israël te vernietigen (en daarna opnieuw te beginnen).

Een van de belangrijkste thema’s in de hele Schrift is dat we niets mogen toevoegen of afdoen aan de woorden van JHWH. In plaats daarvan worden we gewoon verondersteld om te beseffen dat het woord van JHWH perfect en zuiver is, en we het gehoorzamen zoals het is gegeven.

Mishle (Spreuken) 30:5-6
“Ieder woord van God is gelouterd, Hij is een schild voor hen die tot Hem de toevlucht nemen. Voeg niets toe aan Zijn woorden, anders zal Hij u straffen, omdat u een leugenaar zou blijken te zijn.”

Elohim tilt uitermate zwaar aan de gehoorzaamheid aan Zijn geboden, want gehoorzaamheid toont loyaliteit aan, zoals niets anders dat echt kan. Wat hier zo ironisch aan is, dat is, dat hoewel christenen en joden er beiden aanspraak op maken JHWH te dienen (en trouw te zijn aan Hem), de meeste van hen een kalender aanhouden die anders is dan die welke JHWH heeft opgedragen. Net als in het incident met het gouden kalf, houden velen er hier een andere kalender op na. Zij rechtvaardigen dit op verschillende manieren, maar uiteindelijk komt het erop neer, dat er eenvoudig een gebrek aan loyaliteit aan Hem is (en Zijn instructies).

De meeste christenen houden de Romeins Gregoriaanse “christelijke” Kalender aan, waarbij de dag begint om middernacht (dat wil zeggen, het ‘heksenuur’). We weten dat dit een heel andere agenda is die de Schrift verbiedt, omdat de kalenderdag in de Schrift ’s avonds begint bij zonsondergang.

B’reisheet (Genesis) 1:31b
“Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag.”

Andere referenties vertellen ons ook dat de Hebreeuwse dag duurt van avond tot avond. Bijvoorbeeld: Leviticus 23:32 vertelt ons dat de Shabbat (dat wil zeggen, rustdag) van Yom Kippoer (de Grote Verzoendag) duurt van avond tot avond.

Vayiqra (Leviticus) 23:32b
“‘s Avonds, op de negende dag van de maand, moet u uw Shabbat vieren, vanaf de avond tot aan de volgende avond.”

Het woord Shabbat kan in het algemeen verwijzen naar een dag van rust, maar meestal verwijst het naar de wekelijkse Shabbat, die ook door Yeshua gehouden werd.

Luqa (Lukas) 4:16
“En Hij kwam in Nazareth, waar Hij opgevoed was, en ging naar Zijn gewoonte op de dag van de Shabbat naar de synagoge, en Hij stond op om te lezen.”

Shaul (Paulus) gaat ook gewoon verder met aanbidden en getuigen in de synagogen op Shabbat, ook lang na de opstanding van Yeshua.

Ma’asei (Handelingen) 13:14
“En zij gingen vanuit Perge het land door en kwamen in Antiochië in Pisidië; en zij gingen op de dag van de Shabbat de synagoge binnen en gingen daar zitten.”

De loyaliteit en trouw van Yeshua zette Hem ertoe aan de kalender van JHWH perfect te houden. Zijn volmaakte gehoorzaamheid is een van de redenen dat Hij zegt dat Hij “bleef” in de liefde van zijn Vader.

Yochanan (Johannes) 15:10
“Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf.”

Yeshua draagt ons ook op ons aan Zijn geboden te houden, zodat ook wij kunnen verblijven in Zijn liefde. Maar dit is waar het interessant begint te worden, omdat de Kerk ons vertelt dat de geboden van Yeshua verschillen van de geboden van Zijn Vader, JHWH. De christelijke kerk vertelt ons dat we, omdat Yeshua de wet heeft vervuld, niet langer de Shabbat en moadiem (gezette tijden van JHWH) hoeven te houden, maar dat we nu in plaats daarvan de zondag, kerstmis, pasen, etc. moeten houden. Maar waarom zouden we dit moeten doen? Omdat mensen ons dat zeggen?

Waar is het ooit voorspeld dat JHWH de kalender van hemzelf zou veranderen van de Shabbat en moadiem naar de zondag, kerstmis, pasen etc.? En wanneer hebben de profeten gezegd dat JHWH de dag zou veranderen van de avond tot avond, naar de Romeinse middernacht tot middernacht tijdstippen? Zegt de Schrift dat ergens?

Christelijke geleerden maken vaak gebruik van Handelingen 20:7-11 als een vermeende “bewijs tekst” om aan te tonen dat de leerlingen elkaar op de (middernacht tot middernacht) Romeinse zondag ontmoetten. Dit lijkt op het eerste gezicht zinvol, maar zoals we zullen zien, is het onjuist en onlogisch.

Ma’asei (Handelingen) 20:7-11
“En op de eerste dag van de week, toen de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, sprak Shaul hen toe, omdat hij de volgende dag wilde vertrekken; en hij liet zijn toespraak voortduren tot middernacht. En er waren veel lampen in de bovenzaal waar zij bijeenwaren. En een zekere jongeman, van wie de naam Eutychus was, zat in het venster en werd door een diepe slaap overmand, doordat Shaul zo lang sprak. Hij viel, door de slaap overmand, van de derde verdieping naar beneden en werd dood opgetild. Maar Shaul ging naar beneden, wierp zich op hem, sloeg zijn armen om hem heen en zei: Maak geen misbaar, want zijn ziel is in hem. En nadat hij weer naar boven gegaan was, brood gebroken en iets genuttigd had, en hij lang, tot het aanbreken van de dag toe, met hen gesproken had, vertrok hij zo.”

Aangezien in de eerste eeuw Judea onder Romeinse overheersing stond, zou het misschien logisch lijken dat de discipelen bij elkaar verzameld waren op “zondag” ochtend en luisterden naar Shaul, en nog wel bijna vierentwintig uur. Maar een aantal dingen zijn erg onlogisch. Waarom zouden er zoveel lampen in de bovenzaal branden als de discipelen bijeengekomen waren op een zondagochtend? En waarom zouden ze maar een maaltijd gebruiken in een tijdsbestek van vierentwintig uur?

Deze passage is zinvoller als we er naar kijken met Hebreeuwse ogen. Religieuze Joden zijn zeer traditie georiënteerde mensen. Ze bidden op Shabbat meestal in de synagoge (of in de tempel), en dan nadat de Shabbat voorbij is verzamelen ze zich weer bij een vriend of familielid in huis om het brood te breken en gemeenschap met elkaar te vieren, om zo de dag van aanbidding en rust zo lang mogelijk uit te breiden. Hoewel dit “de eerste dag van de week” is, is het geen nieuwe dag van aanbidding, maar is het gewoon een gebruikelijke uitbreiding van de Shabbat. Als we Handelingen hoofdstuk 20 in dit licht lezen, dan is er een logische reden waarom er zoveel lampen in de bovenzaal branden, namelijk omdat ze zich pas na zonsondergang op “zaterdagavond” ontmoetten. (en dan verder met elkaar spraken tot het ochtendgloren op de “zondagmorgen”). Dat is ook de reden waarom ze slechts een maaltijd gebruikten.

Deze zelfde soort van ‘na de Shabbat’ gemeenschap is nog steeds heel gebruikelijk in het jodendom, en kunnen we ook terugvinden in het boek van Johannes, waar we horen dat de eerste dag van de week begon “op dezelfde dag (Shabbat) ’s avonds.”

Yochanan (Johannes) 20:19
“Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Yeshua en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u!”

Yeshua werd ter dood gebracht met Pesach, dat is in het voorjaar. In Israël kan het dan al behoorlijk heet zijn op dat moment, en als het heet was, dan zou het verstandig zijn geweest om de deuren open te laten in de nacht. Maar omdat er vervolging was hielden de discipelen hun deuren gesloten. Daarom is het enige echt bijzondere hier dat Yeshua verscheen.

Maar als zondagse eredienst niet van JHWH komt, waar komt het dan vandaan? De vroegste verwijzing naar de “zondag” aanbidding komt van de christelijke apologeet Justinus de Martelaar, circa 150 na Chr., meer dan honderd jaar na de bediening van Yeshua. Justinus de Martelaar zei dat alle mensen bijeen moesten komen om te aanbidden op “de dag genaamd zondag” (volgens de middernacht tot middernacht Romeinse kalender).

En op de dag genaamd Zondag, komen allen die in de steden of op het land wonen samen op een plaats….
[Justinus de Martelaar, Eerste Apologie, Hoofdstuk 67 – Wekelijks Aanbidding van de christenen, circa 150 na Chr., Biblesoft]

De Schrift noemt nooit de dagen van de week met namen (zondag, maandag, etcetera). Integendeel, in de Schrift, worden de dagen van de week altijd aangeduid met cijfers (de eerste dag van de week, de tweede dag van de week, etcetera), terwijl de Shabbat gewoon de naam “de Shabbat” heeft (De Shabbat betekent “de rust”, of de “onthouding” van je eigen wil doen). Maar in plaats van de kalender die JHWH aan Zijn kinderen heeft geboden te onderhouden vertelt Justinus de Martelaar ons de reden waarom zijn gemeente moet aanbidden op zondag (volgens de Romeinse kalender). Dat is omdat het de dag is dat Elohim de wereld schiep, en omdat het de dag was dat Yeshua voor het eerst verscheen aan Zijn discipelen.

Maar de zondag is de dag waarop we allemaal onze gemeenschappelijke samenkomst houden, omdat het de eerste dag is waarop God, een verandering in de duisternis en de materie heeft gewrocht, en de wereld gemaakt heeft, en Jezus Christus, onze Heiland op diezelfde dag opstond uit de dood. Want Hij werd gekruisigd op de dag voor die van Saturnus (zaterdag), en op de dag na die van Saturnus, dat is de dag van de Zon, verscheen Hij aan zijn apostelen en discipelen, Hij leerde ze deze dingen, die we aan u hebben doorgegeven om ze ook te overdenken.
 [Justinus de Martelaar, Eerste Apologie, Hoofdstuk 67 – Wekelijks Aanbidding van de christenen, circa 150 na Chr., Biblesoft]

De redenen van Justinus de Martelaar om op ‘zondag’ volgens de Romeinse kalender te aanbidden klinken misschien goed, maar met uitzondering van het feit dat noch de Messias noch Zijn apostelen de Romeinse kalender gebruikten om hun dag van aanbidding te bepalen.  Integendeel: Zij hebben altijd de Hebreeuwse kalender gebruikt.

Het afstappen van de Hebreeuwse kalender in het voordeel van de Romeinse kalender voor het vaststellen van de dagen van aanbidding en rust is in wezen vervangingstheologie. Zoals we weten, zou het katholieke christelijke pausdom later de profetie vervullen over de spirituele “kleine hoorn”, die van plan was om de afgesproken gezette tijden (feesten) van JHWH te veranderen, en daarmee ook de Thora.

Daniël 7:25
“Woorden tegen de Allerhoogste zal hij spreken, de heiligen van de Allerhoogste zal hij te gronde richten. Hij zal erop uit zijn  bepaalde tijden en de Thora te veranderen, en zij zullen in zijn hand worden overgegeven voor een tijd, tijden en een halve tijd.”

Hoewel JHWH de opdracht gaf de Shabbat voor altijd en eeuwig te onderhouden, “door al onze generaties”, begonnen veel christenen die rustdag op zondag te houden. Ze rechtvaardigen deze verandering door de woorden van Shaul uit hun context te halen, en te “verdraaien” door te suggereren dat we elke dag die we willen als een nieuwe ‘officiële’ dag van aanbidding en rust kunnen vaststellen.

Romim (Romeinen) 14:5
“De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn.”

Shaul realiseerde zich waarschijnlijk dat zijn brieven werden gelezen zowel door de christenen als Nazareners. Hoewel hij wist dat de christenen de dag van aanbidding (en de spijswetten, etc.) verkeerd hadden ingevuld, kan het zijn dat hij de christenen heeft willen aanmoedigen door te denken dat “een half brood beter is dan geen brood”. Hij kan gedacht hebben dat het beter is hen aan te moedigen om de Messias te aanbidden, zonder de Thora, dan dat ze Hem niet aanbidden. Men kan zich de voor- en nadelen van dit soort “glas half vol, half leeg” benadering voorstellen, zo lang als we ons er maar aan herinneren dat JHWH Shaul heeft uitgekozen voor deze taak. (referentie: Handelingen 9:15).

Van hun kant echter bleven de christenen alle gezette tijden van JHWH maar wijzigen, waarin ze meer en meer zon-aanbidding ceremonies en heidense tradities opnamen terwijl ze dit deden. Zoals we zien in de “Thora Agenda” studie, vertelt de Thora ons om het Pascha te houden op de 14e van de Aviv (ook wel “Nisan”), volgens de Hebreeuwse kalender. Toch begonnen veel christenen dit feest te houden op de eerste zondag na de lente-equinox (de Equinox is een belangrijke dag op de zon aanbidders kalenders). Uiteindelijk werd deze aangebrachte wijziging “officieel” bevestigd door de bisschop van Rome (dat wil zeggen, de paus), en hij begon dit af te dwingen bij alle gemeenten.

In de Thora kalender zien we zien dat het Pascha op elke dag van de week kan vallen. Echter, de christelijke historicus Eusebius beschrijft dat een grote crisis de “Quartodecimaanse (“14th”) Controverse” uitbrak toen bisschop Victor van Rome begon te eisen dat alle gemeenten het Pascha in plaats daarvan zouden gaan houden op een zondag. De zaak kwam tot een hoogtepunt toen de bisschoppen van Azië aangedrongen op het houden van het Pascha op de 14e van de Aviv (Nisan), zoals Yeshua en de rest van de apostelen dat voor hadden gedaan.

Een kwestie van niet gering belang ontstond op dat moment. Want de parochies in heel Azië oordelen vanuit een oudere traditie dat de veertiende dag van de maan op welke dag het de Joden was geboden het lam te offeren, gehouden moest worden als het Paschafeest van de Heiland … Maar dit is niet de gewoonte van de kerken in de rest van de wereld … Maar de bisschoppen van Azië, onder leiding van Polycrates, besloten vast te houden aan het oude gebruik dat aan hen was overgeleverd. Hij zelf zette, in een brief die hij aan Victor en de Kerk van Rome richtte, in de volgende woorden de traditie uiteen die voor hem naar beneden was gekomen.
[Eusebius, Kerkelijke Historie, Boek V, Hoofdstukken 23, 25, circa 190-195 na Chr.]

Nadat de datum van het Pascha was veranderd, werd ook de naam toen veranderd in Pasen (Easter). Dit woord “Pasen” (Easter) is hetzelfde als de Bijbelse Ishtar (Astoreth en/of Asherah), die de Tenach ons nadrukkelijk verbiedt om te aanbidden. Ishtar / Pasen is een heidense vruchtbaarheidsgodin die aanbeden wil worden op of rond de lente-equinox middels ceremonies met konijntjes (omdat ze zich snel voortplanten), en ook met eieren gedoopt in het bloed van menselijke kinderen. Als algemene regel geldt, JHWH wil niet dat we Hem aanbidden op enigerlei manier die gelijk is aan of lijkt op de manier voor deze deze valse elohim (goden).

Devarim (Deuteronomium) 12:4
“U mag tegenover de HEERE, uw God, niet doen zoals zij!”

Wij mogen niet aanbidden op de Lente equinox, want dit is niet de datum die JHWH geboden heeft om te onderhouden. Ons is ook duidelijk vertelt; “ziet toe” dat u niet de zon, de maan, de sterren, of een van de andere “heren van de hemel” aanbidt.

Devarim (Deuteronomium) 4:19
“Pas er ook voor op dat u uw ogen niet opslaat naar de hemel, en de zon, de maan en de sterren ziet, heel het leger aan de hemel, en u laat verleiden om u voor hen neer te buigen en hen te dienen. JHWH, uw God, heeft hen aan al de volken onder de hele hemel toebedeeld”,

In de ogen van JHWH is er altijd wel een reden voor het menselijk gedrag. Als we alleen dat doen wat JHWH van ons vraagt te doen, dan is JHWH van mening dat wij Hem naar behoren dienen. Maar als we rusten en aanbidden op de dagen die worden bepaald door de bewegingen van de zon, de maan en de sterren (dat wil zeggen, zondag, equinox, kerstmis, etc.) dan is JHWH van mening dat wij de zon, de maan en de sterren “dienen”, omdat de vliegroutes van deze hemellichamen de reden is waarom we hebben gekozen om te rusten en te aanbidden op die dagen. Veel gelovigen vinden dit “te veel gevraagd”, maar als we gestorven zijn aan het vlees zou het geen last voor ons allen moeten zijn.

Yochanan Aleph (1 Johannes) 5:2-4
“Hieraan weten wij dat wij de kinderen van Elohim liefhebben, wanneer wij Elohim liefhebben en Zijn geboden bewaren. Want dit is de liefde tot Elohim, dat wij Zijn geboden in acht nemen; en Zijn geboden zijn geen zware last. Want al wat uit Elohim geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning die de wereld overwonnen heeft: ons geloof.”

De enige reden waarom het woord “Paasfeest” in Nederlandse Bijbel voorkomt is dat het een verkeerde vertaling is van het Griekse woord Pascha (pa,sca), wat Pascha betekent. Deze fout is gecorrigeerd in bijna alle andere grote vertalingen, en toch houden, ironisch genoeg, veel christenen nog steeds vast aan Pasen. Waarom doen ze dit? De apostelen verwijzen nergens naar Pasen, maar naar het Pascha.

Handelingen 12:4en toen hij ook die gegrepen had, zette hij hem in de gevangenis en gaf hem over aan vier wachten, elk bestaande uit vier soldaten, om hem te bewaken, omdat hij hem na het Pascha wilde voorleiden aan het volk..  BGT Hand. 12:4 ον και πιασας εθετο εις φυλακην παραδους τεσσαρσιν τετραδιοις στρατιωτων φυλασσειν αυτον βουλομενος μετα το πασχα αναγαγειν αυτον τω λαω

Bovendien vertelt Shaul ons niet om het paasfeest te vieren maar veeleer om de Dagen der Ongezuurde Broden te vieren. (wat in principe een voortzetting is van het Pascha).

Qorintim Aleph (1 Corinthiërs) 5:8
“Laten wij dus feestvieren, niet met oud zuurdeeg, ook niet met zuurdeeg van slechtheid en boosaardigheid, maar met ongezuurde broden van oprechtheid en waarheid.”

Handelingen 20:6 laat ons zien dat de discipelen nog vele jaren na de opstanding van Yeshua nog steeds de Dagen van de Ongezuurde Broden vierden (en niet het “paasfeest”).

Ma’asei (Handelingen) 20:6
“Wij echter vertrokken na de dagen van de ongezuurde broden per schip.”

In Handelingen 27:9 hielden de discipelen de Grote Verzoendag, hier genaamd ‘vastentijd’ omdat het vaak wordt gehouden door te vasten. (De reden dat de reis was “gevaarlijk” was is dat de Grote Verzoendag plaatsvindt in het najaar. Bootreizen op de Middellandse Zee kunnen dan in zeer stormachtige weer terecht komen in die tijd).

Ma’asei (Handelingen) 27:9-10
“En, omdat er veel tijd verlopen was en het varen nu gevaarlijk werd, omdat de vastentijd ook al voorbij was, waarschuwde Shaul hen en zei tegen hen: Mannen, ik zie dat de vaart zal plaatsvinden met hinder en grote schade, niet alleen voor de lading en het schip, maar ook voor ons leven.”

Shaul ging ook door met het houden van Shavuot volgens de Hebreeuwse kalender.

Qorintim Aleph (1 Corinthiërs) 16:8
“Ik zal echter tot Pinksteren (Shavuot) in Efeze blijven,”

We weten dat Shaul Shavuot vierde volgens de Hebreeuwse kalender omdat hij opging naar Jerusalem in plaats van naar Rome.

Ma’asei (Handelingen) 20:16
“Want Shaul had zich voorgenomen Efeze voorbij te varen om geen tijd in Asia te hoeven doorbrengen, want hij haastte zich om, als het mogelijk voor hem was, op Shavuot in Jeruzalem te zijn.

Als de apostelen vasthielden aan de Hebreeuwse kalender, waarom zouden wij dan iets anders willen doen? Laten we niet vergeten dat de apostelen de Ruach haKodesh ontvingen, omdat zij hielden van de moadiem van JHWH zoals Hij die geboden had.

Ma’asei (Handelingen) 2:1-2
“En toen de dag van het Shavuot feest vervuld werd, waren zij allen eensgezind bijeen. En plotseling kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en dat vervulde heel het huis waar zij zaten.”

Het is belangrijk om de kalender te houden zoals bevolen. In Colossenzen 2:16-17 vertelt Shaul ons dat de Shabbat, de moadiem, en de nieuwe maan dagen allemaal profetische afschaduwingen zijn van de dingen die “nog komen”. Wat dit betekent is dat net zoals JHWH zijn zegeningen uitgestort heeft op hen die in het verleden Zijn gezette tijden hielden, Hij die zegeningen weer zal uitgieten op hen die Zijn tijden onderhouden in de toekomst. De ware betekenis van de Schrift is echter in de meeste grote vertalingen verloren gegaan, die de betekenis van de passage veranderen door het toevoegen van twee woorden-“dagen” en “is”.

Colossenzen 2:16-17,Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de Shabbat dagen. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus.  Colossians 2:16μη ουν τις υμας κρινετω εν βρωσει η εν ποσει η εν μερει εορτης η νουμηνιας η σαββατωνα εστιν σκια των μελλοντων το δε σωμα χριστου

Deze twee toegevoegde woorden (“dagen” en “is”) voeren de lezer ertoe om te concluderen dat we niet moeten toestaan dat iemand ons vertelt wat te eten, wat te drinken, of welke dag te houden voor aanbidding. Als we deze toegevoegde woorden accepteren met hun letterlijke betekenis kunnen we gemakkelijk concluderen dat het geen verschil maakt of we de Shabbat en de moadiem van JHWH houden, of dat we aanbidden op zondag, kerstmis, pasen, het Chinese Nieuwjaar, ramadan, of zelfs helemaal geen feestdagen houden. Andere vertalingen maken soortgelijke wijzigingen in de tekst, die ook het idee promoten dat Yeshua kwam om de Thora en de profeten te ontbinden, ook al is dat het tegenovergestelde van wat Hij zei in Mattheüs 5:17-19.

Aangezien de Schrift er duidelijk over is dat we niets mogen toevoegen aan de Schrift, of ook maar het geringste weg mogen nemen, en als we vervolgens beseffen dat de toegevoegde woorden “dagen” en “is” niet in de bronteksten voorkomen, moeten we ze wegnemen uit de vertalingen. Hier is exact dezelfde passage uit de Herziene Staten Vertaling, maar zonder de toegevoegde woorden “dagen” en “is”:

Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de Shabbat. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam van Yeshua Mashiach.

Er zijn hier drie belangrijke zaken (1-2-3):

1. Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de Shabbat;
2. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen;
3. maar het lichaam van Yeshua Mashiach.

In parafrase gezet verteld Shaul ons hier dus (1-2-3):

1. Laat dus niemand u veroordelen inzake het vlees dat u eet, of wat u drinkt, of op welk religieus feest u onderhoudt;
2. Want dit eten, drinken en deze feestdagen zijn allemaal een schaduw van de toekomstige dingen;
3. Laat daarom alleen het Lichaam van Yeshua Mashiach u vertellen wat te eten, drinken en welke feesten te onderhouden!

Als we de volgorde van deze passage anders rangschikken om het beter te kunnen lezen (3-1-2), krijgen we een idee van dat wat Shaul eigenlijk zei was dat we ons niet moeten laten oordelen door hen die niet tot de Thora nalevende gelovigen behoren, met betrekking tot wat je eet, wat je drinkt, en welke dag van aanbidding je moet houden, want het zijn allemaal profetische afschaduwingen van de zegeningen die nog moeten worden uitgestort.

[Colossenzen 2:16-17, gerangschikt als volgt 3-1-2]
Laat dus niemand (behoudens uit het Lichaam van Yeshua) u veroordelen inzake het vlees dat u eet, of wat u drinkt, of op welk religieus feest, of over de nieuwe manen, of over de Shabbat; want deze feesten zijn afschaduwingen van de dingen die nog steeds moeten komen.

De ware betekenis van de woorden van Shaul wordt niet weerspiegeld in de Nederlandse vertalingen. Integendeel, deze vertalingen doen het lijken alsof we kunnen doen wat we willen (aangezien Yeshua zou zijn gekomen om af te doen met Thora en de profeten).

[Colossenzen 2:16-17, NBG]
Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is.

De NBV, de NBG en de meeste andere belangrijke christelijke versies wijzen erop dat, zolang je denkt dat Yeshua de Messias is, het geen verschil uitmaakt welke dagen van aanbidding u onderhoudt, omdat de feesten geen afschaduwingen zijn van de dingen die nog moeten komen maar afschaduwingen “waren” van de dingen die “moesten” komen. (Dit is echter het tegenovergestelde van wat Shaul gezegd.)

Westers Grieks-Romeins denken is vrij lineair, en heeft het de neiging om “checklist” gericht te zijn. Westers denken neemt vaak aan dat de profetieën kunnen worden georganiseerd als een “checklist”, zodanig dat ze alleen maar een keer moeten zijn voldaan (en dan zijn ze gedaan, en klaar). Dit is echter heel verschillend van het Hebreeuwse denken, dat meer cyclisch is. In het Hebreeuwse denken, kunnen profetieën meer dan een vervulling hebben (en ze hebben er dus ook vaak meerdere). We kunnen dit zien aan de manier waarop de Schrift ons laat zien dat er verscheidene vervullingen zijn van Succot (het Loofhuttenfeest).

Veel christenen geloven dat Yeshua is geboren op 25 december. Maar Yeshua kan nooit zo laat in het jaar geboren zijn omdat Lukas 2:8 ons laat zien dat er herders in de velden lagen om hun kuddes te hoeden en bewaken gedurende de nacht, wat alleen gedaan wordt als de kuddes nog buiten zijn om te grazen.

Luqa (Lukas) 2:7-8
“en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg. En er waren herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over hun kudde.”

In de winter worden de kuddes in Israël meestal op stal gezet voor de hele winterperiode. Met andere woorden, de kuddes zijn niet buiten in het veld in december. Vanuit een profetisch standpunt lijkt het veel logischer te zijn dat Yeshua geboren zou worden op de eerste dag van Succot, want dat zou een profetische vervulling van de eerste dag van deze gezette tijd (dagen) zijn. Dit is zeer waarschijnlijk de reden waarom Jochanan (Johannes) ons vertelt dat het Woord vlees is geworden en onder ons heeft gewoond.

Yochanan (Johannes) 1:14
“Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,”

Het woord ‘woonden’ is het Griekse woord skenoo, Strong’s NT4637, wat betekent “gemeenschap hebben met”.
NT:4637 skenoo (skay-no’-o); van NT:4636; te kamperen in tenten, b.v. (figuurlijk) te bezetten (als een herenhuis) of (letterlijk) te resideren (zoals JHWH deed in de Tabernakel in het Eerste Testament, een symbool van bescherming en gemeenschap):

Wat Yochanan (Johannes) dus werkelijk zei was dat Yeshua vlees geworden was en gemeenschap had met ons door onder ons te zijn.

Yochanan (Johannes) 1:14
“Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en gemeenschap met ons gehad en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,”….

Leviticus 23 geeft aan alle inheems geboren Israëlieten die leven in het land Israël om drie keer per jaar op te gaan naar Jerusalem. Een van deze drie jaarlijkse bedevaarten is Succot (Loofhutten). Tijdens deze tijd moet heel Israël zeven dagen lang wonen in “tenten” (loofhutten, tijdelijke woningen). In het Hebreeuws worden deze tijdelijke woningen Succot genoemd.

Vayiqra (Leviticus) 23:42
“Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen,”

Volgens de rabbijnse uitlegging hoeft iedereen die ofwel ziek, oud, of zwanger is niet daadwerkelijk in een tent te leven, maar kunnen ze een kamer huren in een herberg. Hoewel Miriam (Maria) zwanger was, was er geen plaats in de herberg. Daarom moesten Joseph en Mirjam verblijven in een tijdelijke woning (en in dit geval een succah), hierdoor kwam het dat de geboorte van Yeshua door de opdracht van Leviticus 23 profetisch werd vervult.

Soms beweren christelijke geleerden dat aangezien Yeshua het Succot (Loofhuttenfeest) heeft vervult, wij niet langer dat deel van de Thora hoeven te gehoorzamen, maar toch weten we dat JHWH absoluut niet overweegt een deel van de Thora “af te schaffen”, want Zacharia 14 spreekt van nog een andere vervulling.

Zechariah (Zacharia) 14:16-17
“Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, JHWH van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren. Het zal geschieden dat er geen regen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, JHWH van de legermachten, neer te buigen.”

En alsof dat nog niet genoeg bewijs is dat de moadiem de profetische afschaduwing zijn van dingen die nog komen moeten, staat er nog een andere onvervulde profetie in het boek van Openbaring.

Hitgalut (Openbaring) 21:3
“En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent (succah) van JHWH is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en Elohim Zelf zal bij hen zijn en hun Elohim zijn. En Elohim zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan.”

Als kinderen van JHWH, kunnen we niet altijd begrijpen waarom JHWH wil dat we de gestelde dagen blijven onderhouden waarvan Hij zei dat we ze moesten onderhouden, in plaats van het maken van onze eigen feestdagen ter ere van Hem. Maar Shaul vertelde ons niet toe te laten dat iemand anders, dan iemand die behoort bij het Lichaam van Yeshua, ons zou vertellen welke dag voor aanbidding te houden, omdat hij wist dat zij die de moadiem van JHWH houden gezegend worden (en hij wilde dat wij onze zegeningen ontvangen).

Onze Vader, JHWH geeft ons Zijn instructies omdat ze goed voor ons zijn, en zodat wanneer we ze gehoorzamen, we onze zegeningen kunnen ontvangen. Dus als we gezegend worden als we Zijn kalender onderhouden, waarom zou iemand dat dan niet willen doen?