Yeshua is YHWH

שְׁמַע יִשְׂרָאֵל יְהוָה אֱלֹהֵינוּ יְהוָה אֶחָד

 

Over de natuur van יהוה (YHWH) wordt al eeuwen gedebatteerd. Dit debat komt waarschijnlijk voor een deel voort uit het feit dat het moeilijk is voor het menselijk verstand om zich voor te stellen hoe Yeshua zowel menselijk als goddelijk kan zijn, en misschien komt het voort uit een gezonde wens om heidense gewoonte en traditie te voorkomen.

Yehezqel (Ezechiël) 28:14-15
“U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op de heilige berg van JHWH, u wandelde te midden van vurige stenen. Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd.”

De satan was een gezalfde cherub die zondigde. Hierdoor is satan zeer vertrouwd met het hemelse systeem, en daarom weet hij ons subtiel te misleiden en uit de buurt te houden van de perfecte waarheid van יהוה YHWH.

Yochanan Aleph (1 Johannes) 5:7
“Want drie zijn er die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Ruach haKodesh; en deze drie zijn één.”

1 Johannes 5:7 lijkt het populaire christelijke idee van een Drie-eenheid te onderschrijven, dat ons vertelt dat Yeshua  maar een van de “drie gelijke personen” is van de zogenaamde “Elohim”. Maar terwijl de Schrift duidelijk spreekt van een Vader, een zoon en een Geest, gebruikt de Schrift nooit het woord “Drie-eenheid”.

Let wel, dat, terwijl 1 Johannes 5:7 lijkt te matchen met de meeste gangbare opvattingen over de natuur van Yeshua, komt 1 Johannes 5:7 niet voor in de Peshitta Aramaic, of in enig ander Grieks manuscript van vóór 1215 na Chr. Veel geleerden, waaronder Sir Isaac Newton, geloven dat het oorspronkelijk werd toegevoegd als een voetnoot (een toelichting) die op een of andere manier in de latere Griekse teksten werd opgenomen alsof het daar hoorde.

Een oude parabel van onze voorouders zegt: “De duivel verbergt zich in (valse) details”. Dus terwijl er alle reden is om te geloven dat er een Vader, een zoon en een Geest zijn, is er tevens een aantal zeer goede theologische redenen waarom we het woord “Drie-eenheid” niet mogen gebruiken. Er zijn ook enkele goede theologische redenen waarom we het trinitaire begrip van een “Godheid” die bestaat uit “drie gelijke personen in een” moeten afwijzen.

Het specifieke concept van een “drie-enige godheid” is oorspronkelijk afgeleid uit het heidendom, en Satan heeft een groot aantal alternatieve geloofsopvattingen gevestigd die het idee van een “drie-in-een” God aannemen. Bijvoorbeeld, in de Egyptische mythologie, was Isis de dochter van Seb, de vrouw van Osiris, en de moeder van Horus. Isis, Horus en Seb zijn de moeder, de zoon en de grootvader. Hoewel de katholieke kerk ook andere verklaringen biedt, geloven veel geleerden dat dit de werkelijke betekenis is achter de letters IHS die zo duidelijk zichtbaar zijn in de meeste belangrijke zondagkerken.

In Babylon bestond de “heilige drie-eenheid” uit Nimrod, Semiramis en Tammuz (ook wel Baal, Astarte en Tammuz), terwijl in het hindoeïsme, de “heilige drie” Brahma, Vishu, en Shiva zijn. Anderen geloven dat de “drie pijlers” van de Kaballah (Keter, Hochmah en Binah) ook deze oude “drie-in-een” godstraditie weergeven. Het echte gevaar hier is dat dit alles een valse geest vertegenwoordigt.

Veel van onze orthodoxe broeders en zusters wijzen Yeshua juist af omdat ze Yeshua associëren met de “Drie-eenheid”. Zij zien dit als in strijd met Deuteronomium 6:4 zijnde, dat ons vertelt dat JHWH niet drie, of twee, maar slechts één is (Echad).

 

Deuteronomium 6:4“Luister, Israël! YHWH, onze Elohim, YHWH is één!”

4) שְׁמַע יִשְׂרָאֵל |יְהוָה אֱלֹהֵינוּ יְהוָה אֶחָד

 

Omdat de Torah zegt: יהוה is een; houdt het orthodoxe jodendom vol dat het afgodische is om te proberen om יהוה te laten bestaan uit twee, of drie, of een ander aantal personen.

Dus terwijl we Yeshua willen verdedigen moeten we dan het idee van de drie gelijkwaardige personen in een verdedigen (of zelfs onderwijzen)? We geloven misschien dat Trinitarisme het “drie-in-een” concept juist is omdat Yeshua ons zegt dat als we zien op Hem dat hetzelfde is als te kijken naar de Vader.

Yochanan (Johannes) 14:8-11
Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. Yeshua zei tegen hem: Ben Ik zo’n lange tijd bij u, en kent u Mij niet, Filippus? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; en hoe kunt u dan zeggen: Laat ons de Vader zien? Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is, en zo niet, geloof Mij dan om de werken zelf.

Echter, in hetzelfde hoofdstuk vertelt Yeshua ons vervolgens duidelijk dat Zijn Vader groter is dan hij is.

Yochanan (Johannes) 14:28
“want Mijn Vader is meer dan Ik.” 

Hoe kunnen we deze schijnbare tegenstrijdigheid begrijpen? Laten we lezen in het volgende hoofdstuk, in Johannes 15:4.

Yochanan (John) 15:4-8
“Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort, en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand. Als u in Mij blijft en Mijn woorden in u blijven, vraag wat u maar wilt en het zal u ten deel vallen. Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent.”

Hoewel Yeshua veel groter is dan wij, blijft Hij, wanneer we de controle over ons leven aan Hem overgeven, en verder gaan in relatie met Hem, bij ons en is in ons.

Als Yeshua met ons is (en in ons is), dan is, in ieder geval in zekere zin, het kijken naar ons, hetzelfde als te kijken naar Yeshua. Maar op datzelfde moment zijn we niet Yeshua, want Hij is zoveel groter dan wij.

Shaul vertelt ons echter dat, ook al is het een groot mysterie, Yeshua is Elohim geopenbaard in het vlees.

TimaTheus Aleph (1 Timotheüs) 3:16
“En buiten alle twijfel, groot is het geheimenis van de godsvrucht: Elohim is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Ruach haKodesh, is verschenen aan de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid.”

Wat betekent het dat Shaul ons vertelt dat Yeshua is Elohim “gemanifesteerd” in het vlees? Een manifestatie kan zeer sterk worden gezien als een projectie, behalve dat het veel meer is dan alleen een beeld, een spook of een schaduw: het is echt. Johannes vertelt ons dat het verrezen lichaam van Yeshua echt was: Thomas was in staat om zijn hand in de gaten in de onderarmen en de zijde van Yeshua te leggen.

Yochanan (Johannes) 20:25-27
“De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben Yeshua gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven. En na acht dagen waren Zijn discipelen weer binnen en Thomas was bij hen. Yeshua kwam terwijl de deuren gesloten waren, en Hij stond in hun midden en zei: Vrede zij u.  Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.”

Maar als het gemanifesteerde lichaam van Yeshua echt was, wat is dan manifestatie? Manifestatie is een agentschapsovereenkomst. Omdat יהוה de Vader pure Geest is, is het niet gewenst dat Hij wordt verontreinigd door in contact te komen met de materiële wereld. Daarom stuurt Hij, wanneer Hij iets wil doen hier op aarde, een Malach (een engel, een gezant of een boodschapper). Of, als het werk van groot belang is, kan Hij zich manifesteren hier in de materiële wereld, terwijl Hij op hetzelfde moment Zijn troonzaal niet hoeft te verlaten. Dit werkt op vrijwel dezelfde manier als wanneer een aardse koning een afgezant (Malach) zou kunnen sturen wanneer hij wil iets gedaan wenst te krijgen, behalve dat in dit geval, de boodschapper tegelijkertijd יהוה Elohim is. Sommige mensen geloven dat dit niet is te begrijpen door de gewone stervelingen, en dit is misschien wel correct is.

Hoe verhoudt zich dit in geval van Yeshua? Zoals we eerder zagen, verwerpen de orthodoxe joden Yeshua’s identiteit als de Zoon van de Levende Elohim aan de hand van het feit dat יהוה ons zegt dat Hij één (Echad) is.

Deuteronomium 6:4
“Luister, Israël! JHWH, onze Elohim, JHWH is één!”

Even logisch als het orthodoxe argument lijkt, is het probleem hiermee dat de Thora ons ook vertelt dat יהוה ten minste twee is, want in Genesis 19:24, was er een יהוה (die op aarde was) die riep om vuur van een andere יהוה, die in de hemel was.

B’reisheet (Genesis) 19:24
“Toen liet JHWH zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen. Het kwam van JHWH uit de hemel.”

Maar als Deuteronomium 6:4 ons vertelt dat יהוה één is, hoe kan יהוה dan twee zijn? Het antwoord is dat het woord “één” in Deuteronomium 6:4 is niet het absolute nummer een is (wat een enkele of een enkelvoud betekent). Integendeel, het heeft een geheel andere betekenis. In het Hebreeuws is het woord “één” zoals hier gebruikt wordt is Echad ( ‫ (אֶחָד en dat betekent “verenigd”.

Strong’s H#259 ‘echad’ (ekh-awd’); een getalsvorm van H#258; juist vertaald, “verenigd,” b.v. ‘een.’

Controleren we de wortel van het woord in Strong’s H # 258, dan zien we dat het woord אֶחָד‫ betekent ‘te verenigen’.

Strong’s H # 258 ‘Achad (aw-KhAD’); misschien een primitieve wortel, te verenigen.

Dus als het woord אֶחָד‫ niet het absolute nummer een (alleenstaande) betekent, maar een rangtelwoord “een” (verenigd), dan is wat Deuteronomium 6:4 zegt is dat YHWH is verenigd.

Devarim (Deuteronomium) 6:4
“Luister, Israël! JHWH, onze Elohim, JHWH is verenigd (אֶחָד )!”

Net als elk goed vader en zoon team is verenigd in doel en missie, zijn יהוה en Zijn Zoon Yeshua verenigd. En zoals we zullen zien is de reden, dat יהוה en Yeshua zo perfect verenigd zijn, dat Yeshua een “manifestatie” is van Zijn Vader יהוה. We zullen ook nog spreken over wat dat betekent, maar eerst zullen we weer kijken naar Deuteronomium 6:4. Deze passage geeft ons nog andere aanwijzingen dat יהוה meer is dan alleen een enkelvoud.

 

Deuteronomium 6:4“Luister, Israël! JHWH, onze Elohim, JHWH is één!”

(4) שְׁמַע יִשְׂרָאֵל |יְהוָה אֱלֹהֵינוּ יְהוָה אֶחָד

 

In het Hebreeuws is de wortel woord voor ‘God’ is ‘El’. Maar het woord “onze God” zoals hier gebruikt, is ‘Eloheinu’, en dat is een bezittelijk meervoud. Het woord dat op de meeste plaatsen in de Schrift gebruikt wordt is ook een meervoud ‘Elohim’.

Het feit dat יהוה naar Zichzelf verwijst in het meervoud zegt ons dat Hij meer is dan alleen een eenzaam, enkelvoudig wezen, en Spreuken 31 zegt ons dat יהוה een Zoon heeft.

Mishle (Spreuken) 30:4
“Wie is er naar de hemel opgestegen en vandaar neergedaald? Wie heeft de wind in zijn handen verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft alle einden der aarde vastgesteld? Hoe is Zijn Naam en hoe is de Naam van Zijn Zoon, u weet het immers?”

Dus, waarom weigeren de orthodoxe joden Yeshua? Het heeft veel te maken met afwijzing van het idee van een drie-eenheid.

Wat we zien is dat יהוה zichzelf kan manifesteren als wat Hij wil, vanuit een brandende braamstruik (Exodus 3:2), een brandende fakkel (Genesis 15:17), Yeshua, en vele andere manieren. Bijvoorbeeld, in Richteren als de boodschapper die spreekt met Gideon, hij heet zowel יהוה en een “boodschapper van יהוה”. Dit komt omdat een Malach (boodschapper) een manifestatie is van יהוה die zijn gezonden om een boodschap over te brengen.

Shophetim (Richteren) 6:11-24
“Toen kwam een Engel van JHWH. Hij nam plaats onder de eik die bij Ofra is, die aan de Abiëzriet Joas toebehoorde. En zijn zoon Gideon klopte tarwe uit in de wijnpers om die voor de Midianieten te verbergen. Toen verscheen de Engel van JHWH aan hem en zei tegen hem: JHWH is met u, strijdbare held! Maar Gideon zei tegen Hem: Och, mijn heer, als JHWH met ons is, waarom is dit alles ons dan overkomen? En waar zijn al Zijn wonderen, waarover onze vaderen ons verteld hebben, toen zij zeiden: Heeft JHWH ons niet uit Egypte doen optrekken? Maar nu heeft JHWH ons verlaten en ons in de hand van Midian gegeven! Toen wendde JHWH Zich tot hem en zei: Ga in deze kracht van u, en u zult Israël uit de hand van Midian verlossen. Heb Ik u niet gezonden? Maar hij zei tegen Hem: Och, Adonai! Waarmee zal ik Israël verlossen? Zie, mijn geslacht is het armste in Manasse en ik ben de jongste in mijn familie. Maar JHWH zei tegen hem: Omdat Ik met u zal zijn, zult u Midian verslaan alsof het maar één man was. En hij zei tegen Hem: Als ik dan genade gevonden heb in Uw ogen, geef mij dan een teken dat U het bent Die met mij spreekt. Ga toch niet vanhier weg, totdat ik weer bij U kom en mijn geschenk naar buiten heb gebracht en U heb voorgezet. En Hij zei: Ík zal blijven tot u terugkomt. Gideon ging naar binnen en maakte een geitenbokje klaar, en ongezuurde broden van een efa meel. Het vlees legde hij in een mand en het kooknat deed hij in een pot. Vervolgens bracht hij het naar buiten, bij Hem onder de eik, en bood het aan. Maar de Engel van Elohim zei tegen hem: Neem het vlees en de ongezuurde broden en leg ze op die rots en giet het kooknat eroverheen. En zo deed hij. Toen stak de Engel van JHWH het uiteinde van de staf uit, die in Zijn hand was, en raakte het vlees en de ongezuurde broden aan. Daarop steeg er vuur op uit de rots, dat het vlees en de ongezuurde broden verteerde. Toen was de Engel van JHWH uit zijn ogen verdwenen. Toen zag Gideon dat het een Engel van JHWH was. En Gideon zei: Ach, O Adonai Elohim! Daarom, omdat ik een Engel van JHWH heb gezien, van aangezicht tot aangezicht, zal ik sterven! Maar JHWH zei tegen hem: Vrede zij met u! Wees niet bevreesd, u zult niet sterven.”

In vers 23 zien we dat יהוה zegt: “Vrede zij met u!” Echter, in Johannes 20:19 is het Yeshua die zegt: “Vrede zij met u.”

Yochanan (Johannes) 20:19-20
“Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Yeshua en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u! En nadat Hij dit gezegd had, liet Hij hun Zijn handen en Zijn zij zien. De discipelen dan verblijdden zich toen zij Adonai zagen.”

We moeten er ook rekening mee houden dat de reden dat Gideon bang was dat hij zou sterven, was dat hij de Torah begreep die leert dat geen mens het gezicht van יהוה de Vader kan zien, en toch leven.

Shemot (Exodus) 33:20-23
“Hij zei verder: U zou Mijn aangezicht niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven. Ook zei JHWH: Zie, hier is een plaats bij Mij, waar u op de rots moet gaan staan. En het zal gebeuren, als Mijn heerlijkheid voorbijtrekt, dat Ik u in een kloof van de rots neer zal zetten en u met Mijn hand zal bedekken totdat Ik voorbijgegaan ben. En zodra Ik Mijn hand wegneem, zult u Mij van achteren zien, maar Mijn aangezicht zal niet gezien worden.”

Omdat Moshe niet in staat was om te kijken naar het aangezicht van יהוה, weten we dat deze manifestatie niet precies hetzelfde was als de Yeshua die we kennen vanuit het Briet Chadasja (tweede testament). Maar het is logisch dat niemand mag kijken naar het aangezicht van de onzichtbare Vader in de hemel terwijl hij nog leeft. Toch kan men wel kijken naar op zijn minst een aantal zichtbare manifestaties van יהוה en blijven leven, net zoals Mozes deed toen hij de brandende struik zag.

Shemot (Exodus) 3:1-6
“En Mozes hoedde het kleinvee van zijn schoonvader Yithro, de priester van Midian. Hij dreef het kleinvee tot voorbij de woestijn, en hij kwam bij de berg van Elohim, de Horeb. En de Engel van JHWH verscheen hem in een vuurvlam uit het midden van een doornstruik. Hij keek toe, en zie, de doornstruik brandde in het vuur, maar de doornstruik werd niet verteerd. Mozes zei: Laat ik nu naar dat indrukwekkende verschijnsel gaan kijken, waarom de doornstruik niet verbrandt. Toen JHWH zag dat hij ging kijken, riep God tot hem uit het midden van de doornstruik en zei: Mozes, Mozes! Hij zei: Zie, hier ben ik! En Hij zei: Kom hier niet dichterbij. Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilige grond. Hij zei verder: Ik ben de Elohim van uw vader, de Elohim van Abraham, de Elohim van Izaäk en de Elohim van Jakob. En Mozes bedekte zijn gezicht, want hij was bevreesd Elohim aan te kijken.”

Het was niet יהוה de Vader, die verscheen in de vlam van het vuur, want יהוה de Vader kan niet worden besmet door het verlaten van de hemel en het aannemen van een zichtbare materiële vorm. Integendeel, het was een boodschapper van יהוה (vers 2), die sprak tot Moshe, en toch heette deze manifestatie zowel יהוה als Elohim (verzen 4 en 6). Zodra we begrijpen dat boodschappers van יהוה tegelijkertijd יהוה en een boodschapper zijn, verklaart dit ook bepaalde mysteries uit Briet Chadasja.

Yochanan (Johannes) 1:18
“Niemand heeft ooit Elohim gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot van de Vader is, Die (Yeshua) heeft Hem (JHWH, de Vader) ons verklaard.”

Shaul vertelt ons ook dat Yeshua was: Elohim geopenbaard. Hij was niet יהוה de Vader zelf.

Timotheüs Aleph (1 Timotheüs) 6:13-16
“Ik beveel u voor Elohim, Die alle dingen levend maakt, en voor Mashiach Yeshua, Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis afgelegd heeft, dit gebod onbevlekt en onberispelijk in acht te nemen, tot de verschijning van onze Adonai Yeshua Mashiach. De zalige en alleen machtige JHWH, de Koning der koningen en Heere der heren, zal Hem (de Vader) op Zijn tijd laten zien, Hij Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont; Hem heeft geen mens gezien en niemand kan Hem ook zien. Hem zij eer en eeuwige kracht. Amen.”

Omdat יהוה de Vader op Zijn troon wenst te blijven, gebruikt Hij Zijn Zoon Yeshua als een vertegenwoordiger, om de materiële wereld tot stand te brengen.

Qolosim (Colossenzen) 1:15-17
“Hij is het Beeld van de onzichtbare Elohim, de Eerstgeborene van heel de schepping. Want door Hem zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem en voor Hem geschapen. En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem.”

In het Hebreeuws staat de term ‘Openbaring’ in verband met het woord voor manifestatie, en dit is waarom het spreekt van Yeshua.

Hitgalut (Openbaring) 1:1
“Openbaring (manifestatie) van Yeshua Mashiach, die Elohim Hem gegeven heeft om Zijn dienstknechten te laten zien wat spoedig moet geschieden.”

Acht verzen later, zegt Yeshua ons dat Hij de Aleph en de Tav (de Aleph-Tav of ‫ אֵת is.

Hitgalut (Openbaring) 1:8
“Ik ben de Aleph en de Tav, het Begin en het Einde, zegt JHWH, Die is en Die was en Die komt, de Almachtige.”

Het Hebreeuws gebruikt een speciaal werkwoord deeltje, de Aleph-Tav (אֵת ). De Aleph-Tav wijst op een relatie tussen het subject en het object. Omdat het Nederlands geen gebruik maakt van een vergelijkbaar werkwoord deeltje, kunnen we dit misschien beter te begrijpen door te kijken naar het Hebreeuws.

 

B’reisheet (Genesis) 1:1In het begin schiep Elohim (את ) de hemel en de aarde.

 בְּרֵאשִׁית בָּרָא אֱלֹהִים | אֵת הַשָּׁמַיִם וְאֵת הָאָרֶץ

 

De volgorde van de presentatie is belangrijk in het Hebreeuws. In het begin schiep יהוה Elohim eerst de Aleph-Tav (dat is Yeshua) en Elohim schiep (of vestigde) de hemelen en de aarde door de Aleph-Tav (door Yeshua). Dit kan de reden zijn waarom Shaul ons vertelt dat alle dingen zijn door Yeshua, en voor Hem.

Qolosim(Colossenzen) 1:15-18
“Hij is het Beeld van de onzichtbare Elohim, de Eerstgeborene van heel de schepping. Want door Hem (Yeshua) zijn alle dingen geschapen die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zichtbaar en die onzichtbaar zijn: tronen, heerschappijen, overheden of machten; alle dingen zijn door Hem (Yeshua) en voor Hem geschapen. En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan in Hem.”

Laten we om dit beter te begrijpen eens kijken naar hoe יהוה de Aleph-Tav (Yeshua) gebruikt om het universum te creëren.

1 Johannes 1:5 vertelt ons dat Elohim licht is.

Yochanan Aleph (1 Johannes) 1:5
“En dit is de boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u verkondigen, dat Elohim licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is.”

Omdat Elohim licht is, laten we eens kijken wat er gebeurt met een prisma. Als het Licht (יהוה) eerste een prisma (Yeshua) schiep, zou het gigantische scala van kleuren van het licht meteen worden gecreëerd door het brekende licht door het prisma. Als we deze analogie terugleggen in Genesis 1:1, dan krijgen we:

In het begin licht heeft een prisma, waardoor de kleuren zijn gemaakt.

Vertaling: In het begin schiep Elohim Yeshua, waardoor de hemelen en de aarde zijn geopenbaard.

Als we deze analogie volgen moeten we in staat zijn om te zien hoe Yeshua het belangrijkste “instrument” (Prince) is waardoor (en waarvoor) de hemelen en de aarde werden geopenbaard (of gemaakt). Maar omdat (de Prisma) Yeshua oorspronkelijk uit Elohim kwam, en nog steeds Elohim is, is Elohim nog steeds Echad (‫אֶחָד , één, verénigd.)

Omdat Yeshua oorspronkelijk uit Elohim kwam, en nog steeds Elohim is, is Elohim nog steeds Echad (אֶחָד , één verénigd.)

 

Yochanan (Johannes) 10:29-30
“Mijn Vader, Die hen aan Mij gegeven heeft, is meer dan allen, en niemand kan hen uit de hand van Mijn Vader rukken. Ik en de Vader zijn één ( אֶחָד ).

יהוה is zeker meer dan alleen een grote Licht, en Yeshua is zeker meer dan een prisma. Maar dit is wel hoe יהוה de Aleph-Tav gebruikt als voornaamste vertegenwoordiger (Prince), waardoor de hemelen en de aarde werden (en blijven) geopenbaard (gevestigd).

Hoewel יהוה de Vader veel te veel apart staat om rechtstreeks interactie te hebben met de stoffelijke wereld, moet Hij nog steeds de controle over het materiële rijk hebben. Hij heeft controle over de materiële wereld omdat Hij zich manifesteert in de stoffelijke wereld door Zijn Zoon.

Tehillim (Psalmen) 8:4-6
“wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en het mensenkind, dat U naar hem omziet? Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan Elohim en hem met eer en glorie gekroond. U doet hem heersen over de werken van Uw handen, U hebt alles onder zijn voeten gelegd:”

De Masoretische soferim waren de Karaïtische schrijvers van de Middeleeuwen, die de Tenach veranderden om binnen hun inzicht te passen. Ze geven toe dat zij vers 5 aanpasten naar ‘boodschappers’ (engelen) (zoals het staat te lezen in de NBG51 en de meeste andere voorkomende vertalingen).

Echter, met de aanpassing gecorrigeerd naar zijn oorspronkelijke vorm (zoals hierboven), zien dat deze passage eigenlijk zegt dat יהוה de Zoon van de Mensen (Yeshua) een klein beetje lager (vader-zoon verhouding) dan יהוה Elohim heeft gemaakt, maar dat de hele schepping aan Hem gegeven is, dat Hij heerschappij zou hebben erover, en dat alles is bedoeld om onder Zijn voeten te zijn gesteld. En waarom zou het niet onder zijn voeten zijn gesteld? Het was door Hem en voor Hem, dat het is gemaakt. Zonder hem zou niemand ooit hebben bestaan. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Apostel Shaul ons hetzelfde leert.

Qorintim Aleph (1 Corinthiërs ) 15:27-28
“Immers, alle dingen heeft Hij aan Zijn voeten onderworpen. Wanneer Hij echter zegt dat aan Hem alle dingen onderworpen zijn, is het duidelijk dat Hij Die Zelf alles aan Hem onderworpen heeft, hiervan is uitgezonderd. En wanneer alle dingen aan Hem onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf Zich onderwerpen aan Hem Die alle dingen aan Hem onderworpen heeft, opdat Elohim alles in allen zal zijn.”

 

Meer manifestaties

Het hele uitgangspunt van יהוה de Vader om Yeshua als de Aleph-Tav te scheppen was dan ook dat de Vader (die Licht is) een materiële wereld (die van oorsprong donker is) kon openbaren, en om die vervolgens te transformeren zodat die materiële wereld Hem zou aanbidden, zonder ooit te worden “bezoedeld” door het contact ermee. Dit werd gedaan door Yeshua (אֵת ) te doen fungeren als de opdracht gevende vertegenwoordiger.

Maar als niemand ooit יהוה de Vader op enig gewenst moment gezien heeft, wie was het dan die de Torah gaf aan Israël en de wereld bij de berg Sinaï?

Shemot (Exodus) 19:18-20
“De berg Sinaï was geheel in rook gehuld, omdat JHWH er in vuur neerdaalde. De rook ervan steeg omhoog als de rook van een oven, en heel de berg beefde hevig. Het bazuingeschal werd gaandeweg zeer sterk. Mozes sprak en Elohim antwoordde hem met een stem. Toen daalde JHWH neer op de berg Sinaï, op de top van de berg. En JHWH riep Mozes naar de top van de berg en Mozes klom naar boven.”

Het kon alleen maar een manifestatie van יהוה zijn, die de Torah aan Israël gaf, maar deze manifestatie was nog steeds heel zeker יהוה, omdat Hij zei dat er geen andere Elohim (‘Goden’) boven Hem mochten zijn.

Shemot (Exodus) 20:2-3
“Ik ben JHWH, uw Elohim, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft. U zult geen andere Elohim (goden) voor Mijn aangezicht hebben.”

Maar zoals we zullen zien verdienen de manifestaties het te worden gevreesd, en zelfs aanbeden, maar ze mogen nooit gebeden worden. Terwijl men Yeshua moet (zou kunnen) aanbidden, mag men alleen maar bidden tot יהוה de onzichtbare Vader.

In Shophetim (Richteren) 13, wordt een Malach (boodschapper of engel) geopenbaard aan Shimshon’s (Samson) ouders in de vorm van een man. Merk echter op dat deze boodschapper door elkaar wordt beschreven als een man, als een boodschapper en als Elohim.

Shophetim (Richteren) 13:2-23
“En er was een man uit Zora, uit het geslacht van de Danieten, en zijn naam was Manoach. Zijn vrouw was onvruchtbaar en had geen kinderen gebaard. Toen verscheen er een Engel van JHWH aan deze vrouw, en zei tegen haar: Zie toch, u bent onvruchtbaar en hebt geen kinderen gebaard. U zult echter zwanger worden en een zoon baren. Welnu dan, wees toch op uw hoede dat u geen wijn of sterkedrank drinkt, en eet niets onreins. Want zie, u zult zwanger worden en een zoon baren. En er mag geen scheermes op zijn hoofd komen. Want het jongetje zal van de moeder schoot af als nazireeër aan Elohim gewijd zijn, en hij zal beginnen Israël te verlossen uit de hand van de Filistijnen. Toen ging deze vrouw naar binnen en zei tegen haar man: Een Man van Elohim kwam bij mij en Zijn uiterlijk was als het uiterlijk van een Engel van Elohim, heel ontzagwekkend. Ik vroeg Hem niet waar Hij vandaan kwam, en Hij heeft mij Zijn Naam niet verteld. Maar Hij zei tegen mij: Zie, u zult zwanger worden en een zoon baren. Welnu, drink geen wijn of sterkedrank en eet niets onreins, want het jongetje zal van de moeder schoot af tot op de dag van zijn dood als nazireeër aan Elohim gewijd zijn. Daarop bad Manoach JHWN vurig en zei: Ach, Heere, laat de Man van Elohim Die U gezonden hebt, toch opnieuw naar ons toe komen om ons te leren wat wij met het jongetje dat geboren zal worden, moeten doen. En Elohim verhoorde de stem van Manoach, en de Engel van Elohim kwam opnieuw naar de vrouw toe, terwijl zij in het veld zat, en haar man Manoach niet bij haar was. Toen haastte de vrouw zich en snelde weg en vertelde het haar man. En zij zei tegen hem: Zie, de Man Die op die dag naar mij toe kwam, is mij verschenen. Toen stond Manoach op en ging zijn vrouw achterna. En hij kwam bij die Man en zei tegen Hem: Bent U de Man Die tot deze vrouw gesproken heeft? En Hij zei: “Ik ben” het. Toen zei Manoach: Welnu, laten Uw woorden uitkomen. Wat zal de leef wijze van het jongetje zijn, en wat zijn werk? En de Engel van JHWH zei tegen Manoach: Voor alles wat Ik de vrouw gezegd heb, moet zij op haar hoede zijn. Zij mag niets eten wat van de wijnstok afkomstig is. Wijn en sterkedrank mag zij niet drinken en evenmin mag zij ook maar iets onreins eten. Alles wat Ik haar geboden heb, moet zij in acht nemen. Toen zei Manoach tegen de Engel van JHWH: Laat ons U toch hier doen blijven en een geitenbokje voor U bereiden. Maar de Engel van JHWH zei tegen Manoach: Ook al doet u Mij hier blijven, Ik zal van uw brood niet eten. En als u een brandoffer wilt brengen, moet u dat aan JHWH offeren. Manoach wist namelijk niet dat het een Engel van JHWH was. En Manoach zei tegen de Engel van JHWH: Wat is Uw Naam? Dan kunnen wij U eren, wanneer Uw woord uitkomt. Maar de Engel van JHWH zei tegen hem: Waarom vraagt u zo naar Mijn Naam? Die is immers wonderlijk! Daarop nam Manoach een geitenbokje en het graanoffer, en offerde dit op de rots aan JHWH. En terwijl Manoach en zijn vrouw toekeken, deed de Engel iets uitzonderlijks. Het gebeurde namelijk, toen de vlam vanaf het altaar naar de hemel opsteeg, dat de Engel van JHWH opsteeg in de vlam van het altaar. Toen Manoach en zijn vrouw dat zagen, wierpen zij zich met hun gezicht ter aarde. En de Engel van JHWH verscheen niet meer aan Manoach en aan zijn vrouw. Toen begreep Manoach dat het een Engel van JHWH was geweest. En Manoach zei tegen zijn vrouw: Wij zullen zeker sterven, want wij hebben God gezien. Maar zijn vrouw zei tegen hem: Als het JHWH behaagd had ons te doden, had Hij het brandoffer en graanoffer van onze hand niet aangenomen en ons evenmin dit alles laten zien en ons nu ook niet iets als dit laten horen.”

In vers 18 vertelt de boodschapper ons dat Zijn naam Wonderlijk is. Let op de gelijkenis met Yeshayahu (Jesaja) 9:6.

Yeshayahu (Jesaja) 9:6
“Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke Elohim, Eeuwige Vader, Vredevorst.”

Deze verwijzing in Jesaja 9:6 kan alleen maar Yeshua zijn, de manifestatie van Elohim, omdat er geen sterfelijk mensenkind ooit Sterke Elohim of Eeuwige Vader werd genoemd.

 

Nog meer manifestaties

Misschien wel de meest voor de hand liggende manifestatie in de Schrift is wanneer Yeshua en de twee boodschappers verschijnen voor Avraham vlak voor de vernietiging van Sodom en Gomorra. De manifestatie van יהוה wordt afwisselend omschreven als een man, als boodschapper, en als יהוה. Daarentegen worden de andere boodschappers door elkaar beschreven als boodschappers (engelen) en als mannen (maar nooit als יהוה).

B’reisheet (Genesis) 18:1-19:25
“Daarna verscheen JHWH aan hem bij de eiken van Mamre, toen hij in de ingang van de tent zat en de dag heet werd. Hij (Avraham) sloeg zijn ogen op, en keek, en zie, er stonden drie mannen voor hem. Toen hij hen zag, liep hij hun snel uit de ingang van de tent tegemoet en boog zich ter aarde. En hij zei: Adonai, als ik nu genade gevonden heb in uw ogen, ga dan uw dienaar toch niet voorbij. Laat er toch wat water gebracht worden; was dan uw voeten, en rust wat uit onder de boom. Dan zal ik een stuk brood halen, zodat u op krachten kunt komen; daarna kunt u verdergaan. Daarom bent u immers bij uw dienaar langsgekomen. En zij zeiden: Doe zoals u gesproken hebt. Abraham haastte zich naar de tent, naar Sara, en zei: Haast je! Kneed drie maten meelbloem en maak er koeken van. Abraham liep snel naar de runderen en nam een kalf dat er mals en goed uitzag. Hij gaf het aan de knecht, die zich haastte om het te bereiden. Toen nam hij boter en melk, en het kalf dat hij bereid had, en zette het hun voor en terwijl hij bij hen onder de boom stond, aten zij.”

Merk op dat יהוה in vers 1 wordt beschreven als יהוה, maar in vers 2 wordt Hij beschreven als een man. Deze trend van uitwisselbaarheid blijft.

“En JHWH zei tegen Abraham: Waarom heeft Sara toch gelachen en gezegd: Zou ik ook werkelijk baren, nu ik oud geworden ben? Zou er iets voor JHWH te wonderlijk zijn? Op de vastgestelde tijd, over een jaar, zal Ik bij u terugkomen, en Sara zal een zoon hebben! Maar Sara ontkende het en zei: Ik heb niet gelachen; want zij was bevreesd. Maar Hij zei: Nee, u hebt wél gelachen. Toen stonden de mannen vandaar op en keken in de richting van Sodom; en Abraham ging met hen mee om hen uitgeleide te doen. En JHWH zei: Zal Ik voor Abraham verbergen wat Ik ga doen? Immers, Abraham zal zeker tot een groot en machtig volk worden, en alle volken van de aarde zullen in hem gezegend worden. Want Ik heb hem uitgekozen, opdat hij aan zijn kinderen en zijn huis na hem bevel zou geven om de weg van JHWH in acht te nemen, door gerechtigheid en recht te doen, opdat JHWH over Abraham zal brengen wat Hij over hem gesproken heeft. Verder zei JHWH: De roep van Sodom en Gomorra is groot en hun zonde heel zwaar. Ik zal nu afdalen en zien of zij werkelijk alles gedaan hebben zoals de roep luidt die over haar tot Mij gekomen is. En zo niet, Ik zal het weten. Toen keerden (twee van) die mannen vandaar om en gingen naar Sodom, maar Abraham bleef nog staan voor het aangezicht van JHWH. En Abraham kwam dichterbij en zei: Zult U ook de rechtvaardige tegelijk met de goddeloze wegvagen?”

Na het pleiten door Avraham tot de manifestaties van יהוה om de stad en zijn familie Lot te redden, komen we bij hoofdstuk 19 waar de twee ‘mannen’ van vers 22 weer eens te meer op het toneel verschijnen als boodschappers (engelen).

“De twee engelen kwamen ‘s avonds in Sodom aan, terwijl Lot in de poort van Sodom zat. Toen Lot hen zag, stond hij op om hun tegemoet te gaan, en boog hij zich met zijn gezicht ter aarde.”

De boodschappers worden opnieuw beschreven als mannen in vers 12.

B’reisheet (Genesis) 19:12
“Toen zeiden die mannen tegen Lot: Wie hebt u hier verder nog? Een schoonzoon, uw zonen, of uw dochters: breng allen die u in de stad hebt, uit deze plaats naar buiten.”

De mannen worden dan weer beschreven als boodschappers (engelen) in vers 15.

“Toen de dageraad aangebroken was, drongen de engelen bij Lot aan. Zij zeiden: Sta op! Neem uw vrouw en uw twee dochters, die zich hier bevinden, anders wordt u om de ongerechtigheid van de stad weggevaagd.”

In vers 16 keren de twee boodschappers plotseling weer terug naar het zijn van ‘mannen’:

“Lot aarzelde echter; daarom grepen die mannen zijn hand, de hand van zijn vrouw en de hand van zijn twee dochters, omdat JHWH hem wilde sparen. Zij brachten hem naar buiten en leidden hem buiten de stad.”

Het is יהוה, die genadig is voor Lot. Let erop dat we eens te meer zien dat het יהוה op aarde is die roept om vuur van יהוה uit de hemel. Dit laat ons zien dat er op zijn minst meerdere manifestaties van יהוה zijn en die toch een en dezelfde zijn, en zich zelfs ook gelijktijdig kunnen manifesteren. Zie hiervoor bijvoorbeeld ook het scheppingsverhaal waar יהוה in meerdere manifestaties in het Paradijs aanwezig is.

De zon kwam op boven de aarde, toen Lot in Zoar aankwam. Toen liet YHWH zwavel en vuur over Sodom en Gomorra regenen. Het kwam van YHWH uit de hemel.

 

Wie moeten we aanbidden, en tot wie moeten we bidden

In Yehoshua (Jozua) 5, verschijnt een man die zichzelf omschrijft als “de commandant van het leger van יהוה” aan Jozua, de zoon van Nun. Jozua aanbidt Hem, maar bid niet tot Hem. Dat komt omdat een manifestatie van יהוה kan worden aanbeden, maar nooit gebeden kan worden. Dit is een zeer belangrijk punt: men moet alleen maar bidden tot de Vader יהוה , יהוה als de Vader is groter dan alle (en alle gebed behoort alleen Hem toe).

Yehoshua (Jozua) 5:13-15
“Het gebeurde, toen Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen opsloeg en zag, en zie, er stond een Man voor hem met een getrokken zwaard in Zijn hand. Jozua ging naar Hem toe en zei tegen Hem: Hoort U bij ons of bij onze tegenstanders? Hij zei: Nee, maar Ik ben de Bevelhebber van het leger van JHWH. Nu ben Ik gekomen. Toen wierp Jozua zich met het gezicht ter aarde, boog zich neer en zei tegen Hem: Wat wil Adonai tot Zijn dienaar spreken? Toen zei de Bevelhebber van het leger van JHWH tegen Jozua: Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilig. En Jozua deed dat.”

Net zoals Mozes zijn schoenen uittrok in de aanwezigheid van de brandende braamstruik, trok Jozua zijn schoenen uit, omdat de aanwezigheid van de Commandant van het Leger van יהוה de grond heilig maakte (apart zette). Maar net als Mozes nooit bad tot de brandende braamstruik, bad Jozua nooit tot de commandant van de legers van יהוה.

Wat we hieruit moeten leren is dat terwijl we Yeshua moeten aanbidden, we er aan moeten denken niet tot Hem te bidden maar alleen tot יהוה de Vader. We mogen ook nooit bidden tot een mens (of een wezen dat niet יהוה, de onzichtbare Vader is). Zo mogen we dus ook nooit bidden tot een van de apostelen of tot Miriam (Maria).

Omdat geen enkele zichtbare schepping de onzichtbare Vader in de hemel is, is geen enkele aardse mens het waard om te worden gebeden: alleen יהוה, de onzichtbare Vader op de troon in de hemel, verdient onze gebeden.

Malachim (engelen, boodschappers of afgezanten) moeten net zo behandeld worden als mensen. Hoewel we ze zeer moeten respecteren laat Openbaring ons zien dat we nooit tot hen moeten bidden, en hen zelfs niet moeten aanbidden, want ook zij zijn mede-dienaren van de Allerhoogste.

Hitgalut (Openbaring) 22:8-9
En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel (Yeshua) die mij deze dingen liet zien. En hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Want ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek in acht nemen. Aanbid God.

Hier een overzicht van de vier niveaus:

 

Wie:

aanbidden?

bidden?

יהוה, de Vader

Ja

Ja

Yeshua (of een manifestatie)

Ja

Nee

Malach (engel, boodschapper)

Nee

Nee

mensen

Nee

Nee

We moeten nooit geschapen wezens aanbidden, zoals malachim, Miriam (Maria), of een van de heiligen. Verder mogen we de gemanifesteerde יהוה, zoals Yeshua of de commandant van de legers van YHWH, aanbidden, maar tot hen moeten we niet bidden.

Onze gebeden behoren alleen aan יהוה Elohim, die ons allemaal gemaakt (en gecreëerd) heeft.