Het ontbrekende feest

Het is een echte openbaring om te ontdekken dat wat op chaos lijkt in werkelijkheid echte orde is, en wat op waanzin lijkt, erg methodisch is.

Een overdenking van Rabbi Lazer Gurkow bij gelegenheid van het einde van het ene jaar en het begin van het nieuwe jaar.

Het feest Succot valt op de vijftiende van Tishrei, twee weken in het nieuwe Joodse jaar. Geheel in overeenstemming met wat de Torah ons in Exodus 34:22 verteld om Succot te vieren rond de jaarwisseling. Er is echter een discrepantie. Elf hoofdstukken eerder in Exodus 23:16 verteld Torah ons Succot te vieren aan het einde van het jaar. Dit betekent dat Succot gevierd moet worden gedurende de laatste maand van het aflopende jaar, ofwel in de maand Elul, in plaats van volgende maand, de eerste maand van het komende jaar.

Elke maand

Onze Schriftgeleerden leerden ons dat HaShem het Joodse volk elke maand van het jaar een feest wilde geven. HaShem begon met ons het feest van het Pascha in de maand Nissan te geven, de eerste maand van het jaar. Pesach Sheni, het tweede Pascha, valt in Iyar, de tweede maand van het jaar. Degenen die niet in staat waren het Pascha lam op de juiste tijd aan te bieden, kregen een inhaaldatum in de tweede maand.

Shavuot valt in Sivan, de derde maand van het jaar. Dit feest vertegenwoordigt de afsluiting van de negenenveertig dagen tellende Omer, wanneer we bikurim aanbieden, het eerste fruit dat in onze velden rijpt, om het nieuwe seizoen te vieren. Shavuot is ook het feest van de dag dat we de Torah ontvingen op de Sinaï en dat de Ruach HaKodesh in ieder van ons werd geblazen.

Tamuz, de vierde maand van het jaar was bedoeld om een ​​groots feest te vieren, maar toen de Joden de zonde begingen om het Gouden Kalf te aanbidden op de zeventiende van deze maand, verbrijzelde Mozes de stenen tafels en besloot HaShem om deze maand geen Joods feest te geven. In plaats daarvan gebeurden er vreselijke dingen tijdens deze maand, inclusief de val van Jeruzalem aan de Babyloniërs en later aan de Romeinen. In plaats van door een feest wordt deze maand wordt gekenmerkt door rouw en een vasten op de zeventiende van de maand, Shiv’ah Asar b’Tamuz genaamd.

Ook in de vijfde maand was het de bedoeling om een ​​feest te vieren, maar nadat onze voorouders het gouden kalf aanbaden, begon Mozes om vergiffenis te bidden. Hij bracht het resterende deel van de vierde maand en de hele vijfde maand door in gebed, maar HaShem weigerde vergeving te schenken. Gelet op deze stand van zaken besloot HaShem om de Joden deze maand geen feest te geven. Dus, in plaats van te vieren, ervoeren de Joden vele tragedies gedurende deze maand, inclusief de vernietiging van de eerste Tempel door de Babyloniërs, de vernietiging van de tweede Tempel door de Romeinen, de verdrijving van de Joodse gemeenschap uit Spanje en vele andere verschrikkelijke tragedies. Nogmaals, in plaats van door een feest wordt deze maand gekenmerkt door rouw en een vastendag.

Ook de zesde maand was bedoeld om een ​​feest te vieren. En inderdaad, op de eerste dag van deze maand, toen HaShem uiteindelijk toestemde om de Joden een tweede set tafelen tabletten te geven, zag het er veelbelovend uit. Maar hoewel HaShem begon toe te geven, onthield hij ons nog van volledige vergeving. Dus hoewel deze maand niet door een nieuwe tragedie wordt gekenmerkt, kreeg het ook geen Joods feest. De maand wordt als neutraal beschouwd; een nuchtere maand voor berouw en reflectie over hoe het komende jaar verbeterd kan worden.

Op de tiende dag van de zevende maand vergaf HaShem het Joodse volk eindelijk helemaal. Nu het Joodse volk weer in goede relatie met HaShem stond, sierde HaShem de zevende maand met een feest. Maar niet slechts één feest, deze maand werd vereerd met vier feesten. Yom T’roeah (ook Rosh Hashanah genoemd), Yom Kippoer, Succot en Shemini Atzeret / Simchat Torah, drie voor de voorgaande drie maanden, en één voor deze maand. Nadat hij ons volk drie maanden achter elkaar van feesten had onthouden, verspilde HaShem geen tijd en haalde alle feesten in die hij had achtergehouden.

Dit verklaart waarom Succot wordt omschreven als vallende in de tijd dat het jaar afloopt en wanneer het jaar begint. De zonde van het Gouden Kalf wordt beschreven in hoofdstuk 32 van Exodus. Totdat onze voorouders die zonde begingen, waren de feesten bedoeld om in volgorde te vallen, wat Succot in de zesde maand zou hebben doen plaatsvinden. Daarom vertelt Exodus 23:16 ons dat Succot moet worden gevierd als het jaar ten einde loopt, dat wil zeggen in de zesde en tevens laatste maand van het jaar. Echter, Exodus 34:22, werd geschreven na de zonde van het Gouden Kalf en tegen die tijd was Succot opnieuw ingepland, en wel voor de zevende maand, die aan het begin van het jaar valt.

De schuld is terugbetaald

Het is geweldig om verschillende stukken op hun plaats te zien vallen. Het is geweldig om een ​​glimp op te vangen van de verborgen thema’s die niet onmiddellijk zichtbaar zijn voor het blote oog. Het is opwindend om te ontdekken dat wat chaos lijkt echt een orde is, wat lijkt op waanzin, is erg methodisch. In de Torah is alles heel precies, en zo is ook in het leven alles logisch.

Er zijn tijden dat we niet begrijpen waarom HaShem Zijn zegeningen onthoudt. We verlangen intrinsiek naar gezondheid, geluk, voorspoed en succes. Toch komt het in ons leven niet altijd zo uit. De ontbrekende zegeningen en de tragedies die ons overkomen, zijn voor ons niet logisch. Ze frustreren ons vaak mateloos en we beginnen ons dan te beklagen bij HaShem.

Deze samenvatting omvat twee belangrijke lessen die ons een dieper perspectief bieden.

Ten eerste, bij HaShem is niets willekeurig. Alles heeft een reden, zelfs als wij die niet kunnen zien. Het is allemaal goed en valt allemaal op zijn plaats. We begrijpen niet altijd waarom er slechte dingen met ons gebeuren, en we hebben er alle recht op om te bidden dat HaShem ons zou moeten vereren met zijn overvloedige zegen. Maar we moeten met volmaakt vertrouwen geloven dat alles om een ​​goede reden gebeurt. Dat is de eerste les.

De tweede les is dat HaShem ons niet lang iets verschuldigd blijft. HaShem houdt van ons en wil ons leven verbeteren. Zodra we onze schulden met HaShem afwikkelen, vereffent Hij zijn schulden bij ons. Hij was ons drie vakanties verschuldigd, en zodra Mozes vergiffenis voor ons volk verkregen had, heeft HaShem niet gewacht en ons de feesten onmiddellijk geschonken. Hetzelfde geldt voor ons leven. Soms onthoudt HaShem ons Zijn zegen om een volkomen goede reden. Maar zodra we Hem de rechtvaardiging geven voor het herstellen van het zegen van ons, haast Hij zich die te herstellen.

Moge het komende jaar gezegend worden met gezondheid en geluk en een overvloed aan vreugde.
Moge het zo zijn dat wij het verdienen om de komst van Masjiach snel te zien,
Amen.