Psalm 19

Psalm 19 Studie van Karaitisch Messiaans Studiegenootschap

Psalm 19:10
“De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig”.

Om deze tekst volledig te kunnen begrijpen gaan we om te beginnen eerst vers 8 tot 15 lezen. Zo krijgen we een compleet beeld van de context.

Psalm 19:8-15
“8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende. 9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen. 10 De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig. 11 Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem. 12 Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon. 13 Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen. 14 Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. 15 Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!”

Psalm 19:8
“8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechte wijsheid gevende.”

In vers 8 wordt heel duidelijk gesteld dat de Thora volmaakt is, en dat het ons aanzet tot bekering, tevens zal het wijsheid geven aan de “slechte”. De slechte kan men ook vertalen als eenvoudig en openminded aangezien het is vertaald vanuit het Hebreeuwse woord peti פֶּֽתִי . “De Slechte” heeft dus geen enkele betrekking op slechte intenties of afgoderij.

Psalm 19:9
“De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen.”

In vers 9 lezen we dat Zijn bevelen recht zijn en het hart verblijden. Oftewel, als je bemoediging nodig hebt ga dan eens beginnen met uzelf te disciplineren om dagelijks te verdiepen in de Thora. Dus niet ditgene van mensen af laten hangen.

Want waar staat het überhaupt dat mensen elkaar dienen te bemoedigen?

De kerk onderwijst men dat we elkaar daarvoor nodig hebben terwijl de Thora buiten beschouwing wordt gelaten; DAT KAN NIET. DAN TRAP JE ELKAAR ALLEEN MAAR VERDER IN DE PUT. Je doet er zeker goed aan om met broeders en zusters samen te komen die leven volgens de Thora, maar dan nog, de Thora verblijdt het hart, niet de mensen. Tevens staat er ook dat de ogen verlicht zullen worden door het zuivere gebod. Verlicht is vertaald vanuit het Hebreeuwse אוֹר OR en betekent ook wel het licht ontvangen, het licht worden en uitstralen.

Uiteraard hebben we allemaal wel eens gehoord dat we als christenen een licht voor de naties dienen te zijn. Wat mij betreft is dit volstrekte flauwekul als men de Thora buiten beschouwing wilt houden, dat lukt niet, dan verspreid je pure duisternis.

Psalm 19:10
“De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig.”

Vers 10 hier lezen we dat de vreze des Heren bestaat tot in eeuwigheid. Wat wordt daarmee bedoeld? Een mens dat de Heere vreest leeft in eeuwigheid, en het zijn dezen welke met Hem regeren zullen, ondanks dat hun leven slechts tijdelijk is op de huidige aarde.

De rechten des Heren zijn uiteraard een verwijzing naar de Thora, net als de andere zaken die in dit stuk genoemd worden.

Samen zijn zij rechtvaardig: met “samen” wordt hier gewezen op “Hem vrezen” en “De Waarheid” deze in combinatie is rechtvaardig. Het één kan niet zonder het ander. Daarom zegt Yeshua ook tegen de Farizeeën:

Matteüs 15:6
“6 En gij hebt alzo Gods gebod krachteloos gemaakt door uw inzetting.”

Oftewel de waarheid is krachteloos in een mensenleven als men er niets mee doet. De Farizeeën leefde immers niet volgens de Thora, maar volgens tradities van mensen.

Psalm 19:11
“Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem.”

Vers 11: de vreze des Heren en de waarheid, deze samen, zijn begeerlijker dan goud en zoeter dan honing.

Begeerlijker en zoeter zijn een omschrijving van belevingen. Niet zozeer een feitelijke omschrijving van wat er wel of niet meer waard zou zijn.

Zowel de vreze des Heren als wel de kennis van Waarheid, is iets waar we in moeten groeien. Na verloop van tijd en groei zal men gaan ervaren dat de vreze des Heren en de kennis van Waarheid, belangrijker wordt in persoonlijke beleving dan materialistisch welzijn, hetgeen wordt omschreven als goud en honing.

Psalm 19:12
“Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon.”

Vers 12: Zowel de vreze des Heren als wel de kennis van Waarheid, is hetgeen waardoor een mens vermaand zal worden. Wie zich alzo laat vermanen zal zelfs rijkelijk beloond worden.

Vaak horen we in de kerk dat we elkaar moeten vermanen en terechtwijzen. En dat klopt helemaal, het is echter onmogelijk indien men dit zonder de Thora doet. Dan ontbreekt het simpelweg aan waarheid en vreze des Heren.

Als iemand je denkt te kunnen terechtwijzen, kan dit alleen op basis van de Thora.

Wie in de waan is dat de Thora zou hebben afgedaan, kan dus nooit iemand op een gezonde manier terechtwijzen. Hij zal dat dan doen volgens een christelijk moreel kompas, hetgeen wijst richting ROME. Slecht plan.

Psalm 19:13
“Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen.”

Uiteraard weten we allemaal dat we waakzaam dienen te zijn voor dwaalleren.

In deze context lezen we dat men van verborgen afdwalingen gereinigd wordt door de waarheid en de vreze des Heren.

De Thora is dus hetgeen dat ons zal behoeden in deze afdwalingen, het zal ons de smalle weg laten bewandelen.

Wie stelt dat de Thora zou hebben afgedaan, blijft dus in een dwaalleer, zelfs al wordt er nog zo hard geroepen dat Jezus de waarheid is. Als je niet weet wat die waarheid inhoud is het gewoon een loze kreet.

Psalm 19:14
“Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding.”

In deze context van waarheid en de vreze des Heren, zien we dat ze ons zullen weerhouden van hoogmoed.

Hoogmoed is eveneens een beladen term die men nog wel eens voor elkaars voeten werpt, in een poging om iemand te corrigeren en soms ook om deze manipulatief te kleineren.

Hier lezen we echter dat het houden van de Thora ons weerhoudt van hoogmoed. Dit houdt dus in dat hoogmoed altijd het tegenovergestelde van de Thora is; dus wetteloosheid.

Zo dienen we hoogmoed dus vast te stellen, en niet volgens een onderbuikgevoel jegens een betreffende houding van iemand.

Psalm 19:15
“Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!”

Psalm 19 wordt afgesloten met een mooie bekende tekst, welke uiteraard in dezelfde context is geschreven als de voorgaande verzen.

De “woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart”

Zijn welgevallig zijn voor Zijn aangezicht, indien deze dus volgens waarheid en vreze des Heren zijn, hetgeen in ware essentie, de Thora is.