Het Loofhuttenfeest

 

In het hoofdstuk over Chanoeka bekijken we waarom Yeshua waarschijnlijk werd geboren op de eerste dag van het Loofhuttenfeest, ook wel bekend als het Feast of Booths, of Succot. Maar waarom heeft YHWH ons bevolen om het Loofhuttenfeest te onderhouden? Wat is de betekenis? Wat moeten we ervan leren?

In de Hebreeuwse denkwijze is een succa iets anders dan een tent. In de oudheid waren tenten meestal grotere structuren waarin gezinnen konden leven, die vaak op karren met ezels, of met kamelen werden verplaatst. Als contrast hiertoe is het Hebreeuwse woord voor een tent is een ‘oh-hel’ (אֹהֶל), terwijl het woord tabernakel succa (סֻּכֹּת) is. Het meervoud van succa is Succot.

Maar waar staat Succot voor? We vinden Succot in de Schrift telkens als het volk van JHWH net is ontsnapt aan een ernstig en intens gevaar. Bijvoorbeeld, nadat Ezau met vierhonderd man aankwam om Jakob te doden, en JHWH Jacob uitredding gaf uit de crisis reisde Jacob vervolgens naar een plaats genaamd Succot, waar hij dan Succot bouwt voor zijn vee.

B’reisheet (Genesis) 33:17
Maar Jakob trok naar Sukkoth. En hij bouwde een huis voor zichzelf en maakte hutten voor zijn vee. Daarom gaf hij die plaats de naam Sukkoth.

Succot zijn ook plaatsen van vrijheid. Bijvoorbeeld wanneer Farao de kinderen van Israël eindelijk laat gaan, na de dood van de eerstgeborenen, en zij werden verdreven uit Egypte gingen ze naar een plaats genaamd Succot.

Shemot (Exodus) 12:36-38
Bovendien had JHWH het volk genade gegeven in de ogen van de Egyptenaren, zodat zij hun het gevraagde gaven. Zo beroofden zij de Egyptenaren. Zo trokken de Israëlieten van Rameses naar Sukkoth, ongeveer zeshonderdduizend man te voet, mannen alleen, vrouwen en kleine kinderen niet meegerekend. Ook trok een grote groep van mensen van allerlei herkomst met hen mee, en kleinvee en runderen, zeer veel vee.

Volgens de Joodse traditie is een succa een tamelijk fragiele constructie. Die bedoeld is om te symboliseren hoe, toen de kinderen van Israël net waren vertrokken uit Egypte, ze in principe ongewapend, onbeschermd en kwetsbaar voor de elementen waren. Ondanks dat deze fragiele constructies die ze bouwden nauwelijks bescherming boden tegen de elementen, geven ze er een beeld van dat veiligheid en bescherming niet voortkomt uit dikke muren, forten, legers, goud, zilver of effecten. Veiligheid komt niet van allianties, maar alleen van de hand van JHWH. Wanneer JHWH met ons is, geeft zelfs een zwak fragiel onderdak ons voldoende bescherming tegen hitte, kou en vijanden. Maar als JHWH tegen ons is, kan geen enkel onderdak ons beschermen, hoe stevig het ook is gebouwd, of hoe goed het ook wordt verdedigd. Dit kan een van de redenen zijn waarom JHWH ons elk jaar heeft doen wonen in Sukkoth, zodat we niet vergeten dat ons leven afhankelijk is van Hem en van Zijn wil.

In het rabbijnse denken, komt Israël elk jaar tijdens het najaar feesten seizoen in levensgevaar. In rabbijnse denken symboliseert Yom Terua het goddelijk oordeel en Yom Kippoer is ook een tijd van oordeel. Na deze tijden van gevaar woont Israël vervolgens in Soekot, dat zijn plaatsen van veiligheid en vrijheid. In het rabbijnse denken is dit ook de reden waarom JHWH ons zegt dat het feest van Succot een tijd is van vreugde over de vele zegeningen die JHWH ons heeft gegeven.

Devarim (Deuteronomium) 16:13-15
Het Loofhuttenfeest moet u zeven dagen houden, als u de oogst van uw dorsvloer en van uw perskuip hebt ingezameld. Verblijd u op uw feest, u, uw zoon en uw dochter, uw slaaf en uw slavin, en de Leviet, de vreemdeling, de wees en de weduwe die binnen uw poorten zijn. Zeven dagen moet u het feest vieren voor JHWH, uw Elohim, op de plaats die JHWH zal uitkiezen. Want JHWH, uw Elohim, zal u zegenen in heel uw opbrengst en in al het werk van uw handen; daarom moet u werkelijk blij zijn. Drie keer per jaar moet alles wat mannelijk is onder u, verschijnen voor het aangezicht van JHWH, uw Elohim, op de plaats die Hij zal uitkiezen: op het Feest van de ongezuurde broden, op het Wekenfeest en op het Loofhuttenfeest. Men mag echter niet met lege handen voor het aangezicht van JHWH verschijnen, maar ieders geschenk moet overeenkomen met de zegen van JHWH, uw Elohim, die Hij u gegeven heeft.

Het feest van Succot wordt vaak gezien als duurde het acht dagen lang. Maar in werkelijkheid duurt het zeven dagen lang, en wordt het dan onmiddellijk gevolgd door een eendaags feest genaamd Shemini Atzeret, dat in wezen betekent: “De Achtste Dag Samenkomst” of ook “De Laatste Grote Dag”.

Vayiqra (Leviticus) 23:33-44
JHWH sprak tot Mozes: Spreek tot de Israëlieten en zeg: Vanaf de vijftiende dag van deze zevende maand is het zeven dagen lang Loofhuttenfeest voor JHWH. Op de eerste dag is er een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u doen. Zeven dagen lang moet u JHWH vuuroffers aanbieden. Op de achtste dag moet u een heilige samenkomst houden en JHWH een vuuroffer aanbieden. Het is een bijzondere samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen. Dit zijn de feestdagen van JHWH, die u moet uitroepen als heilige samenkomsten om een vuuroffer voor JHWH aan te bieden: brandoffer en graanoffer, slachtoffer en plengoffers, al naargelang het voorschrift voor die bepaalde dag, naast de offers op de sabbatten van JHWH, naast uw geschenken, naast al uw gelofteoffers en naast al uw vrijwillige gaven, die u aan JHWH geeft.

In de volgende vijf verzen zegt JHWH ons weer hoe Hij wil dat we Zijn feest vieren, en geeft Hij verschillende voorwaarden.

Maar vanaf de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer u de opbrengst van het land ingezameld hebt, moet u het feest van de HEERE zeven dagen lang vieren. Op de eerste dag is het rustdag en op de achtste dag is het rustdag.

In vers 40 zegt JHWH ons dat we op de eerste dag van het feest vier soorten van planten moeten nemen.

Vayiqra (Leviticus) 23:40
Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van JHWH, uw Elohim, verblijden.

De Rabbijnse interpretatie vertelt ons dat de vrucht van prachtige bomen, de takken van palmbomen, de takken van loofbomen en de wilgen van de beek de etrog zijn respectievelijk citroen, (vergelijkbaar met een limoen), de loelav (palmtak), de mirte en de aravot (wilg). Maar we moeten er rekening mee houden dat de Thora niet vier exacte soort te geven.

Dat feest voor JHWH moet u per jaar zeven dagen lang vieren. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door. In de zevende maand moet u het vieren. Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen, zodat de generaties na u weten dat Ik de Israëlieten in loofhutten liet wonen, toen Ik hen uit het land Egypte geleid heb. Ik ben JHWH, uw Elohim. Zo maakte Mozes de feestdagen van JHWH aan de Israëlieten bekend.

Toen het volk Israël terugkwam uit de ballingschap naar Babylon bouwden ze hun Succot met deze vier soorten. Dit wordt hen echter niet opgedragen in de Thora.

Nehemia 8:13-18
De volgende dag verzamelden zich de familiehoofden van heel het volk, de priesters en de Levieten bij Ezra, de schriftgeleerde, en dat om inzicht te krijgen in de woorden van de wet. Zij vonden in de wet geschreven dat JHWH door de dienst van Mozes had geboden dat de Israëlieten in loofhutten zouden wonen tijdens het feest in de zevende maand, en dat zij het overal zouden doen horen en een boodschap zouden laten gaan door al hun steden en in Jeruzalem, en zouden zeggen: Ga naar buiten, naar de bergen en breng loof van de olijfboom, loof van de olijfwilg, loof van de mirte, loof van de palmboom, en loof van andere dicht bebladerde bomen, om loofhutten te maken overeenkomstig wat voorgeschreven is. Toen ging het volk eropuit en ze haalden loof en ze maakten loofhutten voor zichzelf, ieder op zijn dak, en in hun voorhoven en in de voorhoven van het huis van Elohim, en op het plein van de Waterpoort en op het plein van de Efraïmpoort. De hele gemeente van hen die uit de gevangenschap waren teruggekeerd, maakte loofhutten en woonde in die loofhutten, want zo hadden de Israëlieten niet meer gedaan vanaf de dagen van Jozua, de zoon van Nun, tot op deze dag. Er was zeer grote blijdschap. En men las dag aan dag voor uit het boek met de Thora van Elohim, vanaf de eerste dag tot de laatste dag, en ze vierden zeven dagen feest. En op de achtste dag was er een bijzondere samenkomst, volgens de bepaling.

Vers 18 vertelt ons dat Ezra het hele boek van de Thora voorlas aan de mensen tijdens het feest van Succot, in overeenstemming met de opdracht in Deuteronomium 31.

Devarim (Deuteronomium) 31:10-13
En Mozes gebood hun: Na verloop van zeven jaar, op de vastgestelde tijd van het jaar van de kwijtschelding, op het Loofhuttenfeest, als heel Israël komt om te verschijnen voor het aangezicht van JHWH, uw Elohim, op de plaats die Hij zal uitkiezen, moet u deze wet ten aanhoren van heel Israël voorlezen. Roep het volk bijeen, de mannen, de vrouwen en de kleine kinderen, en de vreemdeling die binnen uw poorten is, om te horen, en om te leren JHWH, uw Elohim, te vrezen en alle woorden van deze wet nauwlettend te houden. Zodat hun kinderen die het niet weten, het ook horen, en leren JHWH, uw Elohim, te vrezen, al de dagen dat u leeft in het land waarvoor u de Jordaan oversteekt om het in bezit te nemen.

Dat Ezra las uit de Thora tijdens het feest kan erop wijzen dat het een sabbatical jaar was, of het kan erop wijzen dat aangezien het volk Israël de Thora vele jaren niet had kunnen lezen uit de Thora (en in feite niet meer zeker wist wanneer het eigenlijk een sabbatical jaar was), ze voldeden aan het gebod van het sabbatical jaar, om zeker veilig te zijn.

Tijdens het feest is er een traditionele water plengoffer ceremonie genaamd nisuch hamayim, of het “gieten van het water”. Yeshua zegt ons dat deze handeling het symbool was van Hem.

Jochanan (Johannes) 7:37-41
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. (En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.) Velen dan uit de menigte die dit woord hoorden, zeiden: Híj is werkelijk de Profeet. Anderen zeiden: Híj is de Christus. En weer anderen zeiden: De Christus komt toch niet uit Galilea?

Zacharia 14 vertelt ons dat in de toekomst, de naties van de wereld naar Jerusalem moeten komen om het Loofhuttenfeest te vieren, of anders zullen ze geen regen ontvangen.

Zacharia 14:16-19
En het zal dat iedereen die er over is van al de volken die tegen Jeruzalem gaan, Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, JHWH van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren. Het zal geschieden dat er geen regen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, JHWH van de legermachten, neer te buigen. Als het geslacht van de Egyptenaren, waarop geen regen is gevallen, niet zal opgaan en komen, dan zal de plaag komen waarmee JHWH de heidenvolken zal treffen die niet zullen optrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. Dit zal de straf zijn voor de zonde van Egypte en de straf voor de zonde van alle heidenvolken die niet zullen opgaan om het Loofhuttenfeest te vieren.

Ezechiël 45 vertelt ons verder dat de Vorst van Israël in de toekomst brandoffers zal aanbieden tijdens het feest.

Yehezqel (Ezechiël) 45:25
In de zevende maand, op de vijftiende dag van de maand, moet hij op het feest gedurende zeven dagen hetzelfde doen, zoals het zondoffer, zoals het brandoffer, zoals het graanoffer en zoals de olie.

Het boek Handelingen geeft ons een voorbeeld van hoe JHWH zijn volk met tenten beschermt.

Ma’ase (Handelingen) 15:12-17
En heel de menigte zweeg, en zij hoorden Barnabas en Paulus vertellen wat voor grote tekenen en wonderen Elohim door hen onder de heidenen gedaan had. En toen zij zwegen, antwoordde Jakobus: Mannenbroeders, luister naar mij. Simeon heeft verteld hoe Elohim voorheen naar de heidenen omgezien heeft om voor Zijn Naam uit hen een volk aan te nemen. En hiermee stemmen de woorden van de profeten overeen, zoals geschreven staat: Hierna zal Ik terugkeren en de vervallen hut van David weer opbouwen, en wat daarvan is afgebroken, weer opbouwen en Ik zal hem weer oprichten, opdat de mensen die overgebleven zijn, JHWH zouden zoeken, en alle heidenen over wie Mijn Naam uitgeroepen is, spreekt JHWH, Die dit alles doet.

Ya’akov (Jacobus) citeert Amos 9:11, waaruit blijkt dat de succa van JHWH een bescherming is voor ons. Dit zelfde thema van JHWH die ons beschermt in Zijn succa wordt weerspiegeld in Jesaja hoofdstuk vier.

Yeshayahu (Jesaja) 4
Op die dag zullen zeven vrouwen één man vastgrijpen en zeggen: Ons eigen brood zullen wij eten en met onze eigen kleren zullen wij ons kleden. Laat ons slechts uw naam mogen dragen. Neem onze smaad weg! Op die dag zal de SPRUIT van JHWH tot een heerlijk sieraad zijn, en de vrucht van de aarde tot trots en luister voor hen in Israël die ontkomen zijn. Dan zal het gebeuren dat wie in Sion overgebleven is, en wie in Jeruzalem overgelaten is, heilig genoemd zal worden, eenieder die in Jeruzalem ten leven opgeschreven is. Wanneer JHWH de vuilheid van de dochters van Sion afgewassen zal hebben en de vele bloedschuld van Jeruzalem uit het midden ervan weggespoeld zal hebben door de Geest van oordeel en door de Geest van uitbranding, dan zal JHWH over elke plaats op de berg Sion en over de samenkomsten ervan overdag een wolk scheppen en rook, en ‘s nachts een schijnsel van vlammend vuur; ja, over alles wat heerlijk is, zal een beschutting zijn. Dan zal een hut dienen tot schaduw overdag tegen de hitte, en als toevlucht en schuilplaats tegen de vloed en tegen de regen.

Volgens de Talmoed Tractate Succa, stak het priesterschap vier enorme gouden kandelaren aan in de Hof van vrouwen binnen de Tempel tijdens de water plengoffer ceremonie. De lonten waren gemaakt van oude priesterlijke gewaden, en volgens de Talmoed, was het licht zo helder dat er niet een binnenplaats in heel Jeruzalem was die niet werd verlicht door het licht tijdens dit feest. Als deze optekening waar is, kan het dan zijn dat Yeshua terecht zei dat dit feest verwees naar Hem?

Jochanan (Johannes) 8:12
Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.

We zullen meer zeggen over waarom Yeshua waarschijnlijk werd geboren op het Loofhuttenfeest in de studie over Chanoeka, maar laten we vast een kijkje nemen in de volgende Schriftgedeelten om ons erop te wijzen en ons te herinneren dat een belangrijk thema van het feest van Succot de vreugde is.

Luqa (Lucas) 2:4-11
Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en ‘s nachts de wacht hielden over hun kudde. En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd. En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal, namelijk dat heden voor u in de stad van David de Zaligmaker geboren is; Hij is de Messias JHWH.

En:

Mattai (Mattheus) 2:7-10
Toen riep Herodes de wijzen onopgemerkt bij zich en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd dat de ster verschenen was; en hij stuurde hen naar Bethlehem en zei: Ga erheen en doe nauwkeurig onderzoek naar dat Kind, en als u Het gevonden hebt, bericht het mij, zodat ook ik kom om Het te aanbidden. En nadat zij de koning aangehoord hadden, gingen zij op weg. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat hij boven de plaats kwam te staan waar het Kind was. Toen zij de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.