Huwelijk en Echtscheiding beginsels

Huwelijk en Echtscheiding beginsels

Een man die naar het verbond met JHWH leeft en geloofd in Yeshua moet een vrouw nemen die ook naar het verbond leeft, omdat we geen ongelijk span moeten vormen.

Qorintim Bet (2 Corinthiërs) 6:14-15
Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid, en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis? En welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial? Of wat deelt een gelovige met een ongelovige?

Technisch gezien kunnen we scheiden van iemand die niet ook naar het verbond (dat wil zeggen, niet joodse, christelijke of Nazareense) leeft. Toch is het advies van Shaul dat we blijven in de roeping waarin we geroepen (dat wil zeggen, getrouwd) zijn, als onze echtgeno(o)t(e) “met ons samen wil leven”. Het is onze taak om het evangelie aan onze echtgeno(o)t(e) en kinderen door te geven, in de hoop dat ook zij behouden zullen worden.

Qorintim Aleph (1 Corinthiërs) 7:12-16
Maar tegen de anderen zeg ík, niet de Heere: Als een broeder een ongelovige vrouw heeft en zij ermee instemt bij hem te wonen, moet hij haar niet verlaten. En als een vrouw een ongelovige man heeft en deze stemt ermee in bij haar te wonen, moet zij hem niet verlaten. Want de ongelovige man is geheiligd door zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd door haar man. Anders waren immers uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. Maar als de ongelovige scheiden wil, laat hij scheiden. De broeder of de zuster is in zulke gevallen niet gebonden. God heeft ons echter tot vrede geroepen. Want hoe weet u, vrouw, of u uw man zult behouden? Of hoe weet u, man, of u uw vrouw zult behouden?

Het gevoel van Shaul is dat als een ongelovige partner vertrekt, we vrij zijn om te hertrouwen. Toch moet het ons doel zijn om hen aan te moedigen bij ons blijven, en gered te worden. Dit komt omdat de keerzijde ervan is dat: als Jahweh ons terugroept, alleen degenen kunnen gaan die gered zijn. En dat is heel moeilijk. Dit komt omdat de Eeuwige het niet mogelijk acht dat ongelovigen bij Hem kunnen wonen. Dit is ook de reden waarom onze Joodse broeders hun niet-gelovige echtgenoten en kinderen moesten achterlaten toen ze terugkeerden naar het land. Hoe gruwelijk dit ook is, als ze zich niet bekeren, dan moeten ze “buiten het kamp geplaatst” worden.

Ezra 10:2-4
Toen nam Sechanja, de zoon van Jehiël, van de nakomelingen van Elam, het woord en zei tegen Ezra: Wij zijn onze God ontrouw geweest, en wij hebben uitheemse vrouwen uit de volken van het land bij ons doen wonen. Evenwel, er is wat dit betreft hoop voor Israël. Welnu, laten wij een verbond sluiten met onze God om alle vrouwen en het uit hen geborene weg te sturen, volgens de raad van de Heere en van hen die beven voor het gebod van onze God, en er zal overeenkomstig de wet gehandeld worden. Sta op, want op u rust de zaak, en wij zullen met u zijn; wees sterk om te handelen.

Hoewel we onze niet-gelovige echtgenoten en kinderen zullen moeten wegdoen als we (terug)gaan naar het beloofde land, is het niet nodig om te scheiden van onze christelijke en orthodoxe joodse echtgenoten, omdat de Eeuwige een deel van hen zal redden tijdens de verdrukking. Bijvoorbeeld:

Zecharyah (Zecharia) 12:10
Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.

Let op, er is iets essentieel: wanneer een man die in relatie met de Eeuwige leeft een vrouw trouwt die ook in relatie met de Eeuwige leeft, vormen ze samen wat wordt genoemd een verbond. Een verbond is een heel speciaal soort gelofte waarin beide partijen beloven om hun bijdrage te leveren, zelfs als de andere partij het niet (meer) doet.

Deze verbondsrelatie verklaart ook waarom de Eeuwige trouw is aan ons. Zelfs wanneer wij het niet zijn blijft de Eeuwige trouw aan ons.

Net zoals mannen en vrouwen verschillend zijn, zijn ook de regels voor mannen en vrouwen verschillend. Als we leven met de Tora als onze “grondwet” kunnen Israëlitische mannen hypothetisch meer dan de vrouwen, zolang dit werd begrepen op het moment van alle vroegere huwelijken. Terwijl koningen meer dan een vrouw mogen hebben, als een middel tot het maken van bondgenootschappen met andere landen, mogen kerkelijke types (zoals priesters, oudsten en voorgangers) niet meer dan een vrouw hebben (behalve in enkele zeldzame gevallen). Aangezien wij een “priesterschap” zijn mogen ook wij dus maar een huwelijkspartner hebben.

TimaTheus Aleph (1 Timotheüs) 3:2
Een opziener nu moet onberispelijk zijn, de man van één vrouw, beheerst, bezonnen, eerbaar, gastvrij, bekwaam om te onderwijzen.

De reden dat kerkelijke mannen maar een vrouw zouden moeten hebben is dat het hun taak is om als voorbeeld te dienen voor de kudde, en één vrouw is ook het oorspronkelijke ideaal. Genesis spreekt van “een man en zijn vrouw”, en niet van “een man en zijn vrouwen”.

B’reisheet (Genesis) 2:24
Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn.

Een man en vrouw worden tot “een vlees”. Dit is geen kleinigheid. Als de helft van je lichaam wordt weggerukt ga je fysiek sterven. Dit is de reden waarom, wanneer een man die leeft in verbond met de Eeuwige een vrouw neemt, is ze de zijne tot de dag dat ze sterft (tenzij ze iemand anders trouwt).

Devarim (Deuteronomium) 24:1-4
Wanneer een man een vrouw genomen heeft en met haar getrouwd is, en het gebeurt dat zij geen genade meer vindt in zijn ogen, omdat hij iets schandelijks aan haar gevonden heeft, en hij haar een echtscheidingsbrief schrijft, die in haar hand geeft en haar uit zijn huis wegstuurt, en als zij dan uit zijn huis vertrekt, weggaat en de vrouw van een andere man wordt, en die laatste man ook een afkeer van haar krijgt, haar een echtscheidingsbrief schrijft, die in haar hand geeft en haar uit zijn huis wegstuurt, of als die laatste man, die haar voor zichzelf tot vrouw genomen heeft, sterft, dan mag haar eerste man, die haar heeft weggestuurd, haar niet terugnemen om hem tot vrouw te zijn, nu zij onrein geworden is; want dat is voor het aangezicht van de HEERE een gruwel. U mag geen zonde brengen over het land dat de HEERE, uw God, u als erfelijk bezit geeft.

In tegenstelling tot de mannen (die technisch gezien meer dan een vrouw zouden mogen hebben), kan een vrouw niet meer dan een man tegelijk hebben. Als de vrouw iemand anders trouwt dan is haar oorspronkelijke huwelijkse verbond verbroken, en kan die nooit meer worden hersteld. Vers 4 zegt dan dat als een man zijn vrouw terugneemt nadat ze een verbond met een ander heeft gehad, dat een gruwel is.

Echtscheiding:

Zoals we zullen zien beschouwt de Eeuwige echtscheiding slechts als een tijdelijke toestand, zoiets als een “strafbank”. De Eeuwige scheidde van zijn vrouw Efraïm (dat wil zeggen, de verloren tien stammen) voor het plegen van overspel.

Yirmeyahu (Jeremia) 3:8
Maar Ik zag, toen Ik vanwege alles waarin het afvallige Israël overspel had gepleegd, haar weggestuurd had en haar een echtscheidingsbrief gegeven had, dat Juda, haar trouweloze zuster, niet bevreesd werd. Zij ging zelf ook hoererij bedrijven.

Maar hoewel de Eeuwige gescheiden werd van Efraïm, trouwde ze nooit iemand anders. Het is een analogie, maar omdat ze nooit een andere verbond gelofte met een van haar minnaars aanging, kan de Eeuwige haar bij zich terugroepen.

Yirmeyahu (Jeremia) 3:14-15
Keer terug, afkerige kinderen, spreekt de HEERE, want Ík heb u getrouwd. Ik zal u nemen, één uit een stad en twee uit een geslacht, en Ik zal u naar Sion brengen. Ik zal u herders geven naar Mijn hart, die u zullen weiden met kennis en verstand.

Een ander goed voorbeeld is Hosea (Hosea). Hosea was een profeet in het noordelijke koninkrijk van Efraïm. Hem werd verteld om een hoer als vrouw te nemen en om kinderen te krijgen door haar. Dit diende als een teken voor Efraïm zodat ze konden begrijpen hoe de Eeuwige voelde.

Hoshea (Hosea) 1:2
Het begin van het spreken van de HEERE door Hosea. De HEERE zei tegen Hosea:
Ga! Neem voor u een vrouw van de hoererijen en kinderen van de hoererijen, want het land wendt zich in schandelijke hoererij van de HEERE af.

Hosea had drie kinderen door zijn vrouw, en toch bleef ze nog steeds de hoer spelen door “het plegen van overspel” (vers 3). Omdat Hosea haar echter terugkocht, weten we dat overspel niet betekent dat we moeten scheiden.

Hoshea (Hosea) 3:1-3
De HEERE zei tegen mij: Ga opnieuw, bemin een vrouw die bemind wordt door haar levens gezel, maar overspel pleegt, zoals de HEERE de Israëlieten bemint, hoewel zij zich wenden tot andere goden en houden van rozijnenkoeken. Voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer {Een homer is een korenmaat van vermoedelijk tussen de 200 en 450 liter. } gerst kocht ik haar toen voor mij. En ik zei tegen haar: U moet veel dagen bij mij blijven, u mag geen hoererij bedrijven; u mag geen andere man toebehoren, en ook ik zal niet bij u komen.

In Torah is overspel een overtreding die met de dood wordt bestraft.

Vayiqra (Leviticus) 20:10
Een man die met de vrouw van iemand anders overspel pleegt, die met de vrouw van zijn naaste overspel pleegt, moet zeker gedood worden, de overspeler en de overspeelster.

Maar ook al is overspel een overtreding waarop de doodstraf staat, moeten we het hart van de Eeuwige begrijpen. Hij houdt van barmhartigheid, en die triomfeert over het oordeel.

Ya’akov (Jacobus) 2:13
Want onbarmhartig zal het oordeel zijn over hem die geen barmhartigheid heeft bewezen. En de barmhartigheid triomfeert over het oordeel.

Veel mensen houden er niet van, maar de Eeuwige heeft Zijn normen. Dat is de reden waarom overspel een overtreding is waarop de doodstraf staat. Het is ook de reden waarom Shaul (Paulus) de Corinthiërs vertelde dat ze de hoererende man buiten de vergadering moesten bannen (dat wil zeggen, “buiten de legerplaats”), en dat ze zich niet moesten associëren met iemand die een “broer” genoemd werd maar die seksueel immoreel was.

Qorintim Aleph (1 Corinthiërs) 5:9-11
Ik heb u geschreven in de brief dat u zich niet moet inlaten met ontuchtplegers. Echter, niet in het algemeen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan. Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten.

Yeshua zegt duidelijk dat als een man zijn vrouw wegstuurt, om een andere reden dan ontucht, hij zich schuldig maakt aan overspel (en daarom moeten we niet eens meer eten met hem of ons op welke manier dan ook met hem associëren).

Mattityahu (Mattheus) 19:3-10
En de Farizeeën kwamen naar Hem toe om Hem te verzoeken en zeiden tegen Hem: Is het een man toegestaan zijn vrouw om allerlei redenen te verstoten? En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. Zij zeiden tegen Hem: Waarom heeft Mozes dan geboden een echtscheidingsbrief te geven en haar te verstoten? Hij zei tegen hen: Mozes heeft vanwege de hardheid van uw hart u toegestaan uw vrouw te verstoten; maar van het begin af is het zo niet geweest. Maar Ik zeg u: Wie zijn vrouw verstoot anders dan om hoererij en met een ander trouwt, die pleegt overspel, en wie met de verstotene trouwt, pleegt ook overspel.

Merk op hoe Yeshua verwijst naar het patroon dat er was vanaf het begin, toen een man en zijn vrouw een vlees werden. Moshe (Mozes) heeft toegestaan dat mannen hun vrouwen een tijdelijk certificaat van echtscheiding gaven tijdens de tijd dat ze actief overspel pleegden van overspel, maar dat zij hen terug moesten nemen als ze ermee stopten.

Het begrip “permanente” echtscheiding heeft geen basis in de Schrift. Integendeel, de enige keer dat echtscheiding “permanent” is, is wanneer de vrouw een andere man trouwt, en dus het oorspronkelijke verbond doorsnijdt.

Alle mensen worden egoïstisch geboren. Dat is de aard van de baby’s al vanaf de eerste Adam. Maar we zijn geroepen om een geestelijke tweede natuur te ontwikkelen die alleen kan komen door wedergeboorte van boven. Dit soort van een “wedergeboren” mens zijn houdt in te doen wat je zegt dat je gaat doen. Het gaat ook over het houden van uw woorden. Het gaat ook om het geven aan anderen. Dat is de reden waarom degenen die zich niet houden aan hun woorden geen plaats hebben in ons midden.

Als we een vrouw huwen doen we een heilige gelofte. We maken een verbintenis met iemand anders dochter, en met de Eeuwige. Als we ons niet houden aan onze geloften dan moeten anderen ons mijden, want anders zullen ze eindigen zoals wij.

Mishle (Spreuken) 13:20
Wie met wijzen omgaat, zal wijs worden, maar wie omgaat met dwazen, zal het slecht vergaan.

Handelingen 15 zegt dat iedereen die wil toetreden tot een gemeenschap moet zich onthouden van seksuele immoraliteit (vers 20).

Ma’asei (Handelingen) 15:19-21
Daarom ben ik van oordeel dat men het hun die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet lastig moet maken, maar aan hen moet schrijven dat zij zich dienen te onthouden van de dingen die door de afgoden besmet zijn, van ontucht, van het verstikte en van bloed. Want Mozes heeft van oude tijden af in elke stad mensen die hem prediken, want hij wordt elke sabbat in de synagogen voorgelezen.

Omdat Yeshua zegt dat degenen die hun vrouwen wegsturen, behalve voor ontucht, schuldig zijn aan overspel, kunnen we hen niet toestaan dat ze in onze samenkomsten komen totdat zij zich bekeren, en de zaken rechtzetten zo goed als ze menselijk kunnen.

Er is geen zonde zo groot, dat de Eeuwige die niet zal kunnen vergeven, maar eerst moeten we berouw hebben. Als u ten prooi gevallen bent aan valse leer, bid dan en vraag de Eeuwige om uw zonden te vergeven. En dan, terwijl u nog blijft in de roeping waarin u opgeroepen bent, begint u met het naleven van uw verplichtingen zo goed als je menselijkerwijs kunt. Behandel anderen zoals je wilt dat ze jou doen, want dat is de Thora.

Mattityahu (Mattheus) 7:12
Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo, want dat is de Wet en de Profeten.

Het is niet goed om de sabbat en de gezette tijden te houden, of de Torah te bestuderen, als we onze vrouwen niet behandelen zoals we zouden willen dat onze dochters worden behandeld. Dat niet doen is simpel hypocrisie, die nog slechter is dan ongeloof, want als we weten wat het is om goed te doen en het niet doen, dan is dat zonde voor ons.

Ya’akov (Jacobus) 4:17
Wie dan weet goed te doen, en het niet doet, voor hem is het zonde.

We moeten niet proberen om deze zaken op te lossen in het vlees. Wat de Eeuwige echt wil voor ons is dat we Yeshua aanvaarden als onze Verlosser, en worden wedergeboren door Zijn Geest. Het is Zijn Geest die ons kan laten zien hoe we correct moeten en kunnen leven.

Mattityahu (Mattheus) 7:7-12
Bid, en u zal gegeven worden; zoek, en u zult vinden; klop, en er zal voor u opengedaan worden. Want ieder die bidt, die ontvangt; wie zoekt, die vindt; en voor wie klopt zal opengedaan worden. Of is er iemand onder u die zijn zoon een steen zal geven, als hij om brood vraagt? Of als hij hem om een vis vraagt, zal hij hem een slang geven? Als u, die slecht bent, uw kinderen dan goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, Die in de hemelen is, goede gaven geven aan hen die tot Hem bidden. Alles dan wat u wilt dat de mensen u doen, doet u hun ook zo, want dat is de Wet en de Profeten.

Het is niet mogelijk om de Eeuwige te behagen door het bestuderen van Torah, of het doen van de werken van de Torah in het vlees. Als we proberen om deze dingen op onze eigen manier te doen, zullen we het gewoon verknoeien. We moeten sterven aan onze eigen verlangens en Zijn Geest in ons laten wonen, en ons door Hem laten leiden.

Uiteindelijk gaat het in het koninkrijk van de Eeuwige alleen over relaties. Het gaat over het liefhebben van onze naasten zoals we onszelf liefhebben. Het gaat over het liefhebben van onze vrouwen zoals wij houden van onze eigen dochters. Het gaat om het behandelen van anderen op de manier waarop we zelf behandeld willen worden. Het gaat over het liefhebben van anderen op de manier waarop we zelf bemind willen worden. De Eeuwige heeft een aantal speciale regels gegeven over hoe we daarmee moeten omgaan, maar als we ons niet in de eerste plaats richten op het behagen onze Echtgenoot Yeshua, en op het doen van het goede voor onze naaste, dan zullen we ons doel heel ver missen. Satan wil niets liever dan dat.

Als je niet van je vrouw houdt, dan maakt het geen verschil als je tienden geeft, de sabbat en feesten viert, tzitzit draagt, of een baard tot aan je knieën hebt. Als je niet van je vrouw houdt, dan hou je niet van je vaders dochter, die Hij u gaf door een verbond. En dat betekent dat je niet echt van de Eeuwige houdt.

Yochanan Aleph (1 Johannes) 4:20-21
Als iemand zou zeggen: Ik heb God lief, en hij zou zijn broeder haten, dan is hij een leugenaar. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe kan hij God liefhebben, Die hij niet gezien heeft? En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben.

Man: als je niet houdt van je vrouw dan hou je niet van Elohim.
Vrouw: als je niet houdt van je man dan hou je niet van Elohim.

Elohim weet het.