Heeft de Torah afgedaan?

Is de wet aan het kruis genageld?

Hoewel de term christen niet gebruikt wordt in de tekst (per se) tot Handelingen hoofdstuk 11, verschijnt de eerste christelijke personage waarschijnlijk al in Markus 9:38:

Markus 9:38-39
En Johannes antwoordde Hem: Meester, wij hebben iemand gezien die demonen uitdreef in Uw Naam, iemand die ons niet volgt; en wij hebben het hem verboden, omdat hij ons niet volgt. Maar Jezus zei: Verbied het hem niet, want er is niemand die een kracht doen zal in Mijn Naam en kort daarna kwaad van Mij zal kunnen spreken. 

Waarom was deze man waarschijnlijk een Christen?
Christenen geloven dat de Messias is gekomen en met Zijn sterven “de wet aan het kruis” gebracht heeft en om deze reden verwerpen zij gehoorzaamheid aan de wet als een voorwaarde voor het volgen van Yeshua (of Jezus). Dit doen ze omdat alles wat men, volgens de christelijke leer, moet doen om Yeshua de Messias te volgen is een beroep te doen op Zijn Naam.
Markus 9:38 laat echter duidelijk zien dat deze leer vals is.
Als alles wat men moet doen om Yeshua te volgen het aanroepen van Zijn Naam is, waarom zegt Johannes ons hier dan dat er een man was die demonen uitdreef in de Naam van Yeshua maar Hem niet volgt? Zeker is het uitwerpen van een demon in de naam van Yeshua een vorm van beroep doen op Zijn Naam, en toch was deze man geen “volgeling” van Yeshua. Om de verborgen betekenis van deze passage te begrijpen, moeten we eerst begrijpen wat de westerse heidense kerk onder de definitie van het woord “geloof” verstaat (evenals de definitie die de Torah getrouwe volgelingen van Yeshua, ook wel Nazareners genoemd, gebruiken).
De Westerse kerk leert met het oog op het beërven van het eeuwige leven dat alles wat men moet doen is te geloven in Yeshua. De Torah getrouwe volgelingen van Yeshua (Nazareners) zijn het hier in beginsel mee eens, behalve dat ze een veel strengere reeks criteria hanteert van wat daadwerkelijk als geloof gekwalificeerd wordt. Omdat de standaard van de Torah getrouwe volgelingen van Yeshua strenger is dan de christelijke, voelen ze de christelijke norm als ontoereikend. Maar hoe kan dit allemaal zijn?

Hellenistische (Griekse) filosofie definieert over het algemeen denken en geloof als hetzelfde. Het zegt dat als iemand denkt dat iets waar is, ze geloven dat het waar is. Daarom, als iemand denkt dat Yeshua de Messias is, gelooft hij (of zij) dat Hij de Messias is. Volgens dit Hellenistische model is denken dat Yeshua de Messias is genoeg om behouden te worden.
Let echter op de logische gevolgen van deze filosofie, die niet oproept tot gehoorzaamheid volgens enige andere standaard: Zolang men denkt dat Yeshua de Messias is zijn er geen andere gedragsregels. Men kan aanbidden op de dag die men wil, en kan doen wat men wil. Men geniet volledige vrijheid, net zo lang als men denkt dat Yeshua de Messias is.
De Torah getrouwe volgelingen van Yeshua (Nazareners) verwerpen dit model dat de gedachte centraal stelt als onvoldoende. Dit omdat in de Hebreeuwse model rechtvaardig en wetsgetrouw gedrag het bewijs is van het geloof. Dit komt omdat het Hebreeuwse geloof is dat de Eeuwige (of Elohim, in het Hebreeuws) eist dat alle mensen het goede doen zoals neergelegd in de richtlijnen, ook wel wetten genoemd, van Elohim. Daarom, als het geloof niet leidt tot het trachten te gehoorzamen van de geboden van de Eeuwige, Elohim, dan zijn iemands overtuigingen functioneel gebrekkig (en logische doorgedacht, een niet goed geloven).
Dit Hebreeuwse model vertelt ons dat het niet uitmaakt, hoe goed bedoeld ook, als we alleen maar denken dat Yeshua de Messias is, is het niet genoeg om ons te redden. Integendeel, oprecht geloof vereist dat we onze gehoorzaamheid tonen aan Zijn geboden, ook al weten we dat we ze niet allemaal kunnen houden.

De reden dat Zijn richtlijnen en opdrachten zo belangrijk zijn is dat ze de enige betrouwbare externe standaard zijn waarmee men veilig zijn eigen handelen kan beoordelen, want het eigen hart van een man of vrouw is onverbeterlijk, en bedrieglijk boven alles:  

Yirmeyahu (Jeremia) 17:9
Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen?

Volgens dit model van Torah getrouwe volgelingen van Yeshua kunnen mensen er over het algemeen niet op eigen kracht en kennis op vertrouwen dat ze weten wat goed en kwaad is, omdat hun eigen zelfzuchtige verlangens hen zullen misleiden. Daarom is gehoorzaamheid aan Zijn geboden het enige echte bewijs van iemands geloof, en zonder een dergelijke onderbouwing, is echt geloof niet aanwezig.
Deze manier van denken verwart de meeste christenen. De kerk heeft altijd geleerd dat de wens om de geboden van de Eeuwige te gehoorzamen niets meer is dan wetticisme, en als zodanig, moet het absoluut vermeden worden.
De kerk leert ook dat, doordat Yeshua kwam, overwon en de wet aan het kruis hing, er zolang we Liefde zijn er geen Geboden meer zijn om te gehoorzamen, en men volledige vrijheid heeft in de Messias:

Galaten 5:13-14
Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. Want de hele wet wordt in één woord vervuld, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.

Maar is deze doctrine dat de wet heeft afgedaan juist? Er blijken serieuze problemen op te duiken hiermee. Bijvoorbeeld, in Zijn allereerste preek, zegt Yeshua duidelijk dat zijn volgelingen niet moeten denken dat hij is gekomen om de wet of de profeten af te schaffen: 

Mattheus 5:17-19
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen.

De christelijke leer dat Yeshua werd gezonden om de wet af te schaffen is verwarrend, wanneer men bedenkt dat deze dus rechtstreeks Zijn eigen woorden schendt. Verder profeteerde de Schrift nooit dat de Wet of de Profeten zouden worden afgeschaft. Integendeel zelfs, er zijn tal van profetieën die het tegendeel bewijzen (bijvoorbeeld, Maleachi 3:6, Jeremia 31:36, Mattheüs 5:17-19, en anderen).
Ironisch genoeg zullen veel Christenen wanneer ze geconfronteerd worden met de woorden van Yeshua zelf meteen de brieven van Shaul gaan doorzoeken, op zoek naar iets dat kan worden gebruikt om hem weg te redeneren. Op de vraag waarom ze gebruik maken van de woorden van een gewone sterveling om de woorden van de Zoon des mensen weg te redeneren, hebben ze geen antwoord, maar ze geloven nog steeds dat de woorden van Shaul superieur zijn aan die van Yeshua.
De apostel Peter (eigenlijk Kefa) waarschuwde ons dat de brieven van Shaul (Paulus) moeilijk zijn om goed te begrijpen, en dat er een groep gelovigen in hun tijd zullen zijn, die de brieven van Shaul zullen misbruiken, met het doel om de agenda van de wetteloosheid te rechtvaardigen:

2 Petrus 3:15-17
en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften.

Wie waren het die in de eerste eeuw geloofden in Yeshua en ook geloofden dat de brieven en geschriften van de apostel Shaul ons vertellen dat de wet is afgeschaft? Zou het precies dezelfde groep mensen zijn als die vandaag de dag nog steeds geloven in Yeshua (of Jezus), en toch stellen dat de woorden van de apostel Paulus ons te vertellen dat de wet is afgeschaft?
Zou het kunnen zijn dat juist dat de mensen zijn waarover de Apostel Petrus (Kefa) schreef om te waarschuwen voor die christenen?

Ja, dat is zo. En om te begrijpen waarom moeten we eerst meer leren over de werkelijke functie en het doel van de Torah, de wet. (zie onze studie: De Torah: een huwelijksovereenkomst)