De 144.000 en de grote menigte.

In het vorige hoofdstuk schreven we dat bij het zesde zegel waarschijnlijk sprake is van een nucleaire strijd in het Midden-Oosten. De paus zal waarschijnlijk worden gebruikt om te bemiddelen in een “vredesakkoord” met de moslims, vanwege zijn langdurige band met hen. Het doel van deze gemanipuleerde crisis zal zijn om publieke steun te krijgen voor het reorganiseren van Jeruzalem en het te genereren tot een “internationale stad”, en om zo de Tempelberg aan de paus te geven, zodat hij er een “interreligieuze tempel” kan vestigen. We zullen hierop elders terugkomen, maar na het zesde zegel is er sprake van twee groepen.

De eerste groep zijn de 144.000. Twaalfduizend uit iedere stam zullen beschermd worden tegen schade tijdens de grote verdrukking (dat wil zeggen, tijdens de trompetten).

Hitgalut (Openbaring) 7:1-8
Hierna zag ik vier engelen staan op de vier hoeken van de aarde. Zij hielden de vier winden van de aarde tegen, opdat er geen wind zou waaien op de aarde, of op de zee of tegen enige boom. En ik zag een andere engel opkomen van waar de zon opgaat, met het zegel van de levende Elohim. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen, en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze Elohim aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten. Uit de stam Juda waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Ruben waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Gad waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Aser waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Naftali waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Manasse waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Simeon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Levi waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Issaschar waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Zebulon waren er twaalfduizend verzegeld, uit de stam Jozef waren er twaalfduizend verzegeld, en uit de stam Benjamin waren er twaalfduizend verzegeld.

(De tekst vermeldt Dan of Efraïm niet. Integendeel zelfs, het noemt Joseph en Manasse. Dit is vreemd, aangezien Joseph zowel Manasse als Efraïm omvat (en dus wordt Manasse in principe twee keer genoemd, terwijl Efraïm helemaal niet wordt genoemd). Sommigen speculeren erover waarom Dan en Efraïm niet worden opgenomen in de lijst, maar ons wordt het waarom niet verteld. Wij zijn geneigd Efraïm met Amerika, Engeland met Manasse en Dan met West Europa te identificeren. Ook dat is echter slechts speculatief.)

Sommigen trekken een parallel tussen de 144.000 en de gemeente van Philadelphia omdat die ook wordt beschermd tegen schade tijdens de grote verdrukking.

Hitgalut (Openbaring) 3:10
 Zesde brief: aan Filadelfia
Omdat u het woord van Mijn volharding hebt bewaard, zal Ik ook u bewaren voor het uur van de verzoeking, die over heel de wereld komen zal, om hen die op de aarde wonen te verzoeken.

De tweede groep is de grote menigte in het wit gekleed. Deze sterven tijdens de grote verdrukking, hetgeen de redden is dat ze voor de troon staan(vers 9).

Hitgalut (Openbaring) 7:9-17
Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palm takken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze Elohim, Die op de troon zit, en van het Lam! En alle engelen stonden rondom de troon, de ouderlingen en de vier dieren. Zij wierpen zich vóór de troon neer met hun gezicht ter aarde en aanbaden Elohim, en zeiden: Amen. De lofprijzing, de heerlijkheid, de wijsheid, de dankzegging, de eer, de kracht en de sterkte is aan onze Elohim tot in alle eeuwigheid. Amen. En een van de ouderlingen antwoordde en zei tegen mij: Dezen, die bekleed zijn met witte gewaden, wie zijn zij en waar zijn zij vandaan gekomen? En ik zei tegen hem: U weet het, mijn heer. En hij zei tegen mij: Dezen zijn het die uit de grote verdrukking komen; en zij hebben hun gewaden gewassen en ze hebben hun gewaden wit gemaakt in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij vóór de troon van Elohim, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel. En Hij Die op de troon zit, zal Zijn tent over hen uitspreiden. Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En Elohim zal alle tranen van hun ogen afwissen.

Dit is waarschijnlijk dezelfde groep mensen als die waarvan we twee hoofdstukken eerder lazen bij het vijfde zegel. Merk op dat vers 11 ons daar vertelt dat het bloed van de martelaren niet zal worden gewroken voordat het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die gedood zouden worden zoals zij gedood waren, volledig zou zijn.

Hitgalut (Openbaring) 6:9-11
En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van Elohim, en omwille van het getuigenis dat zij hadden. En zij riepen met luide stem: Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op de aarde wonen? En aan ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven. En tegen hen werd gezegd dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het aantal van hun mededienstknechten en hun broeders, die evenals zij gedood zouden worden, volledig zou zijn geworden.

Velen van ons zullen sterven tijdens de grote verdrukking, maar dat is prima, want we zullen dan naar een veel betere plaats gaan. We neigen ernaar angst te hebben voor het onbekende; maar we hoeven geen angst te hebben, omdat de plaats waar we naar toe gaan beter is dan hier. Het is belangrijk dit vast te houden in de komende dagen en jaren.

Veel mensen speculeren er ook over wie יהוה zal kiezen om een deel van de 144.000 te zijn. Alleen יהוה weet het zeker, maar een ding dat we zeker weten is dat יהוה een vriendelijke en liefdevolle Elohim is. Als we kijken naar de Grote Verdrukking als een reeks van proeven (dat wil zeggen, “testen”), dan is het alleen maar logisch dat Hij ieder van ons de proeven en testen zal laten ondergaan die we nodig hebben om geheiligd en gereinigd te worden. En Yeshua beloofd ons dat we nooit zwaarder belast zullen worden dan da wat we kunnen dragen. Als we afgeschermd willen worden tegen dit soort verfijning, dan moeten we onszelf van tevoren zuiveren (zodat we niet hoeven te worden gezuiverd in die tijd). Hij die wijs is, laat hem dit ter harte nemen, en doen het.