Hoofdstuk 14 is een “inzet” hoofdstuk, wat betekent dat het geen deel uitmaakt van de tijdlijn. Maar het beschrijft ook zaken die wel behoren tot de tijdlijn (namelijk de 144.000 en de twee oogsten van de mensheid). De uitdaging is dus om te weten hoe deze dingen aansluiten bij elkaar.
We kwamen de 144.000 voor het eerst tegen in Openbaring 7, waar ze werden verzegelt (dwz beschermd) tegen schade vlak voor het begin van de verdrukking.
Hitgalut (Openbaring) 7:3-4
“Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze Elohim aan hun voorhoofd verzegeld hebben. En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten.”
Twee hoofdstukken verder vertelt Openbaring 9:3-5 ons dat de 144.000 zijn beschermd tegen schade op zijn minst tijdens de vijfde trompet. De vijfde trompet zou rond het midden van de verdrukking kunnen zijn (wanneer de benauwdheid voor Jacob begint, en de mysterieuze 7 donderslagen beginnen plaats te vinden).
Hitgalut (Openbaring) 9:3-5
“En uit de rook kwamen sprinkhanen op de aarde, en hun werd macht gegeven, zoals de schorpioenen van de aarde macht hebben. En tegen hen werd gezegd dat ze geen schade mochten toebrengen aan het gras van de aarde, of welke groene plant of welke boom dan ook, maar alleen aan de mensen die het zegel van JHWH niet op hun voorhoofd hadden. En hun werd macht gegeven, niet om hen te doden, maar om hen te pijnigen, {om … te pijnigen-Letterlijk: om … gepijnigd te worden. } vijf maanden lang. Hun pijniging was als de pijniging door een schorpioen, wanneer hij een mens steekt.”
Maar alleen omdat de 144.000 zijn beschermd tegen schade als gevolg van de eerste vijf trompetten betekent niet noodzakelijker wijze dat ze ook worden beschermd na de vijfde trompet. Het kan zijn dat ze beschermd worden tot halverwege, en dan sterven in de tweede helft van de verdrukking (in de tijd van benauwdheid voor Jakob). Eerder zagen we dat de grote schare in het wit gekleed ook sterft tijdens de verdrukking, omdat ze “voor de troon staan”.
Hitgalut (Openbaring) 7:9-10
“Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palm takken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze Elohim, Die op de troon zit, en van het Lam!”
In hoofdstuk 14 komen we de 144.000 weer tegen, maar het perspectief lijkt te veranderen. Vers 1 vertelt ons dat het Lam (Yeshua) op “de berg Sion” staat met de 144.000, en hoewel sommigen beweren dat dit een “hemelse berg Sion” zou kunnen zijn, lijkt het logischer dat ze op aarde zijn. Maar in het volgende vers verschuift het perspectief van de aarde naar dat van de hemel, omdat zij niet langer worden omschreven als “staande op de berg Sion”, maar staand “voor de troon” (dat is in de troonzaal in de hemel). Verder wordt ons verteld dat ze “verlost zijn van de aarde”.
Hitgalut (Openbaring) 14:1-5
“En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem honderdvierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven. En ik hoorde een geluid uit de hemel, als een geluid van vele wateren en als het geluid van een zware donderslag. En ik hoorde het geluid van citerspelers die op hun citers spelen. En zij zongen als een nieuw lied vóór de troon, vóór de vier dieren en de ouderlingen. En niemand kon dat lied leren behalve de honderdvierenveertigduizend, die van de aarde gekocht waren. Zij zijn het die niet met vrouwen bevlekt zijn, want zij zijn maagden. Dezen zijn het die het Lam volgen waar Het ook naartoe gaat. Dezen zijn gekocht uit de mensen, als eerstelingen voor JHWH en het Lam. En in hun mond is geen leugen gevonden, want zij zijn smetteloos voor de troon van JHWH.”
Een theorie die zinvol lijkt is dat ofwel de 144.000 zijn de twee getuigen, ofwel ze zijn in Jerusalem op hetzelfde moment als de twee getuigen. Zoals we eerder zagen zullen de twee getuigen in Jerusalem zijn in de tijd van benauwdheid voor Jakob (de laatste helft van de verdrukking), en dat ze aan het einde van hun getuigenis gedood zullen worden, en gedurende 3,5 letterlijke dagen in de straten zullen liggen, en dan zullen worden opgenomen naar de hemel (in of net vóór de zevende trompet).
Hitgalut (Openbaring) 11:11-13
“En na die drieënhalve dag kwam er een levensgeest uit Elohim in hen en zij gingen op hun voeten staan. En grote vrees overviel hen die hen zagen. En zij hoorden een luide stem uit de hemel tegen hen zeggen: Kom hier omhoog. En zij gingen omhoog naar de hemel, in de wolk, en hun vijanden keken hen na. En op datzelfde uur vond er een grote aardbeving plaats, en het tiende deel van de stad stortte in. En bij die aardbeving werden zevenduizend met name bekende personen {zevenduizend … personen-Letterlijk: zevenduizend namen van mensen. } gedood. En de overigen werden zeer bevreesd, en gaven eer aan Elohim van de hemel.”
De “aardbeving” in vers 13 lijkt te verwijzen naar dezelfde maatschappelijke onrust als bij de zevende trompet (hieronder), die optreedt wanneer het Babylonische systeem uit elkaar valt, en het koninkrijk van JHWH wordt gevestigd.
Hitgalut (Openbaring) 11:15, 19
“En de zevende engel blies op de bazuin, en er klonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: De koninkrijken van de wereld zijn van onze Adonai en van Zijn Mashiach geworden, en Hij zal Koning zijn in alle eeuwigheid….En de tempel van Elohim in de hemel werd geopend en de ark van Zijn verbond werd zichtbaar in Zijn tempel. En er kwamen bliksemstralen, stemmen, donderslagen, een aardbeving en grote hagel.”
Als vers 1 van Openbaring 14 plaatsvindt aan het begin van de benauwdheid voor Jakob, dan kunnen de verzen 2-5 plaatsvinden aan het einde. De twee getuigen (de 144.000) zouden zich verzamelen om Jerusalem voor hun 3,5 jarige bediening aan het begin van benauwdheid voor Jakob, en ze zouden fysiek op de berg Sion staan – maar dan tijdens de verzen 2 zijn ze gestorven, en staan “voor de troon”. Dit werkt wel als we uitgaan van een Semitische inspiratie van Openbaring, omdat de “en dan” aan het begin van vers 2 zou de Hebreeuwse letter “Vav” zijn, die ook kan worden vertaald als “Dan”.
[Opmerking: Had er in vers 1 gestaan dat Yeshua op de berg Sion zou staan, zouden we aannemen dat het verwijst naar Yeshua zelf. Echter, omdat vers 1 verwijst naar “het Lam” staande op de berg Sion, blijft het te bezien of Yeshua fysiek zal staan op de berg Sion, of dat het verwijst naar Hem aanwezig in de Geest.]
We zagen eerder dat de twee getuigen worden opgeroepen naar de hemel vlak voor de zevende trompet, wanneer Babylon valt, en het koninkrijk van JHWH is ingesteld. Als we aannemen dat de twee getuigen en de 144.000 hetzelfde zijn, merk dan op hoe deze lijnen perfect in lijn is met Openbaring 14:07 (hieronder), dat spreekt van het uur des oordeels van Elohim dat gekomen is, en vers 8 dat ons vertelt dat “Babylon is gevallen”. De parallel is exact. Dit zal een tijd van enorme maatschappelijke onrust zijn.
Hitgalut (Openbaring) 14:6-8
“En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had het eeuwige Evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk. En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem Die de hemel, de aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft. En een andere engel volgde, die zei: Zij is gevallen, zij is gevallen, Babylon, de grote stad, omdat zij alle volken van de wijn van de toorn van haar hoererij heeft laten drinken.”
We hebben eerder gezien dat de beker/schaal van oordeel na de zevende trompet komt. Dit zijn de straffen voor iedereen die zijn trouw heeft gegeven aan het beest en zijn systeem. Dit komt tot uiting in de verzen 9-11.
Hitgalut (Openbaring) 14:9-12
“En een derde engel volgde hen, die met een luide stem zei: Als iemand het beest en zijn beeld aanbidt, en het merkteken op zijn voorhoofd of op zijn hand ontvangt, dan zal hij ook drinken van de wijn van de toorn van Elohim, die onvermengd is ingeschonken in de drinkbeker van Zijn toorn, en gepijnigd worden in vuur en zwavel voor het oog van de heilige engelen en van het Lam. En de rook van hun pijniging stijgt op tot in alle eeuwigheid, en zij die het beest en zijn beeld aanbidden, hebben dag en nacht geen rust, evenmin als iemand die het merkteken van zijn naam ontvangt. Hier zien we de volharding van de heiligen. Hier komen openbaar die de geboden van Elohim en het geloof in Yeshua in acht nemen.”
Hoewel de beker/schaal van oordelen de meeste mensen ofwel zal doden ofwel zal kwellen, zullen wie sterven in Yeshua uit de zevende trompet verder gezegend worden, want zoals we zullen zien, het huwelijksfeest (Armageddon) zal plaatsvinden niet lang nadat de bekers/schalen worden uitgestort (en dus zal het niet lang meer duren voordat ze gaan om met Yeshua te zijn).
Hitgalut (Openbaring) 14:13
“En ik hoorde een stem uit de hemel tegen mij zeggen: Schrijf: Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, van nu aan. Ja, zegt de Geest, opdat zij rusten van hun inspanningen, en hun werken volgen met hen.”
Hoofdstuk 14 spreekt ook van de twee oogsten van de mensheid. De eerste is de “korrel” oogst, die wordt uitgevoerd door iemand die eruitziet als de Zoon des mensen (dat wil zeggen, Yeshua).
Hitgalut (Openbaring) 14:14-16
“En ik zag, en zie, een witte wolk, en op de wolk zat Iemand als een Mensenzoon, met op Zijn hoofd een gouden kroon en in Zijn hand een scherpe sikkel. En een andere engel kwam uit de tempel en riep met luide stem tegen Hem Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai, want het uur om te maaien is nu gekomen, omdat de oogst van de aarde geheel rijp is geworden. En Hij Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid.”
Deze symboliek strookt met de agrarische gelijkenissen van Yeshua, waarin de gelovigen vergeleken worden met tarwe (of andere granen) en die geoogst worden.
Marqaus (Markus) 4:26-29
“Ook zei Hij: Zo is het Koninkrijk van Elohim: als wanneer iemand het zaad in de aarde werpt en slaapt en opstaat, nacht en dag; en het zaad ontkiemt en wordt lang, zonder dat hij zelf weet hoe. Want de aarde brengt vanzelf vrucht voort: eerst de halm, daarna de aar, daarna het volle koren in de aar. En als de vrucht het toelaat, zendt hij meteen de sikkel erin, omdat de oogsttijd aangebroken is.”
Openbaring 14 spreekt niet van de oogst van het onkruid, waarvan Yeshua zegt dat die voor de echte oogst (van de gelovigen) komt. Yeshua vertelt ons dat voor de oogst van de ware tarwe (waarover Openbaring 14 spreekt) er ook een oogst zal zijn van “valse tarwe”.
Mattityahu (Mattheüs) 13:24-30
Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan iemand die goed zaad zaaide in zijn akker. Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg. Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn. De slaven van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan? Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De slaven zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen? Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt. Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.
Vervolgens lezen we over de oogst van de druiven, die plaatsvindt rond “de stad” (Jerusalem, vers 20).
Hitgalut (Openbaring) 14:17-20
“En een andere engel kwam uit de tempel, die in de hemel is, en ook hij had een scherpe sikkel. En weer een andere engel kwam bij het altaar vandaan, en die had macht over het vuur. En hij riep met luide stem tegen hem die de scherpe sikkel had, en zei: Zend uw scherpe sikkel en oogst de trossen van de wijnstok van de aarde, want de druiven ervan zijn rijp. En de engel zond zijn sikkel op de aarde en oogstte de druiven van de wijnstok van de aarde, en wierp die in de grote wijnpersbak van de toorn van Elohim. En de wijnpersbak werd getreden buiten de stad, en er kwam bloed uit de wijnpersbak, tot aan de tomen van de paarden, zestienhonderd stadiën {stadiën-Eén stadie bedraagt ongeveer 185 meter. } ver.”
1600 stadiën bedraagt ongeveer 321 kilometer. Het getroffen gebied is dan ongeveer dit:
Er zijn hier een aantal onbeantwoorde vragen, maar een mogelijkheid is dat de tarweoogst verwijst naar de dood van de grote menigte, terwijl de druivenoogst verwijst naar de dood van de 144.000/twee getuigen. Omdat bloed wordt vergeleken druivensap/wijn, kan het zijn dat de dood van de 144.000/twee getuigen is wat de bekers (de schalen van gramschap), die wordt uitgestort over hen die het merkteken van het Babylonische beest hebben aangenomen, vult. We zullen dit bespreken in het volgende hoofdstuk, als we weer naar de tijdlijn in hoofdstuk 15 teruggaan.