De zeven schalen van Gramschap

We keren in hoofdstuk 15 terug naar de tijdlijn. In de eerste vier verzen zien we verschillende dingen gebeuren in de hemel. In vers 1 zijn er 7 boodschappers met de 7 laatste plagen ieder in een schaal, en in de verzen 2-4 vertellen degenen die de overwinning hebben op het beest, zijn beeld, het merkteken en het getal van zijn naam ons dat het juist en waar is voor JHWH om deze plagen (letterlijk: slagen) uit te gieten in oordeel.

Hitgalut (Openbaring) 15:1-4
“En ik zag een ander teken in de hemel, groot en wonderbaarlijk: zeven engelen met de zeven laatste plagen. Want daarmee zal de toorn van Elohim tot een einde gekomen zijn. En ik zag iets als een glazen zee, met vuur gemengd. En de overwinnaars van het beest, van zijn beeld, van zijn merkteken en van het getal van zijn naam stonden bij de glazen zee, met de citers van God. En zij zongen het lied van Mosje, de dienstknecht van Elohim, en het lied van het Lam, met de woorden: Groot en wonderbaarlijk zijn Uw werken, JHWH, almachtige Elohim; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Koning van de heiligen! Wie zou U niet vrezen, JHWH, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, U alleen bent heilig. Want alle volken zullen komen en U aanbidden, want Uw oordelen zijn openbaar geworden.”

Vers 4 vertelt ons dat de reden waarom de volken zullen komen om Hem te aanbidden is omdat Zijn oordelen openbaar zijn geworden. Dit verwijst zeer waarschijnlijk naar Zacharia 14.

Zecharja (Zacharia) 14:16
“Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jerusalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de Adonai van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren.”

Vervolgens worden de bekers/schalen aan de 7 boodschappers gegeven, en niemand is in staat om de tempel binnen te gaan, totdat zij hen hebben uitgestort.

Hitgalut (Openbaring) 15:5-8
“En daarna zag ik, en zie, de tempel van de tent van de getuigenis in de hemel werd geopend. En de zeven engelen, die de zeven plagen hadden, kwamen uit de tempel, gekleed in smetteloos en blinkend linnen, en omgord om de borst met gouden gordels. En een van de vier dieren gaf de zeven engelen zeven gouden schalen, gevuld met de toorn van God, Die leeft tot in alle eeuwigheid. En de tempel werd vervuld met rook vanwege de heerlijkheid van God, en vanwege Zijn kracht. En niemand kon de tempel binnengaan, voordat de zeven plagen van de zeven engelen tot een einde gekomen waren.”

Dit is een van de belangrijkste hoogtepunten van de Openbaring. Terwijl de zegels spelen in een periode van honderden jaren, en de verdrukking speelt gedurende zeven jaar, worden de schalen uitgegoten over een periode van ongeveer een maand. Dit is als een vuurwerk dat rustig en langzaam begint waarna het zich gestaag opbouwt en dan eindigt in een “grote finale” of als een crescendo aan het eind. Het is ook in overeenstemming met de analogie van de zwangere vrouw. Ze draagt een steeds groeiende last gedurende een aantal maanden, gaat dan over naar de periode van weeën die uiteindelijk eindigt in bijna verblindende pijn bij de bevalling, wanneer haar kind ter wereld komt.

De zegels en trompetten spelen zich af op volgorde. Eerste zegel geopend, en toen nog een, totdat alle zeven geopend zijn. Dan wordt een trompet uitgespeeld, en dan nog een, en ga zo maar door. Maar de bekers/schalen zijn anders. In plaats van achter elkaar te worden uitgestort worden ze schijnbaar in een keer uitgestort, omdat de boodschappers allemaal gewoon verteld wordt te gaan en de schalen uit te storten (niet in een bepaalde volgorde).

Hitgalut (Openbaring) 16:1-21
“En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tegen de zeven engelen: Ga en giet de schalen van de toorn van Elohim uit over de aarde. En de eerste ging en goot zijn schaal uit over de aarde, en er kwam een kwaadaardige en schadelijke zweer bij de mensen die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden.
En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, JHWH, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt. Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het. En ik hoorde een ander bij het altaar vandaan zeggen: Ja JHWH, almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. En de vierde engel goot zijn schaal uit over de zon, en haar werd macht gegeven de mensen te verzengen met vuur. En de mensen werden verzengd door grote hitte. Maar zij lasterden de Naam van Elohim, Die macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven. En de vijfde engel goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn koninkrijk werd verduisterd. En zij beten op hun tong van pijn. En zij lasterden de Elohim van de hemel vanwege hun pijn en vanwege hun zweren, maar zij bekeerden zich niet van hun werken. En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat. En ik zag uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen. Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige Elohim. Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien. En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Armageddon wordt genoemd. En de zevende engel goot zijn schaal uit over de lucht. En er klonk een luide stem uit de tempel in de hemel, vanaf de troon, die zei: Het is geschied. En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo’n aardbeving, zo groot! En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij Elohim in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn. {van Zijn grimmige toorn-Letterlijk: van de toorn van zijn grimmigheid. } En alle eilanden zijn op de vlucht geslagen, en bergen waren er niet meer te vinden. En grote hagel stenen, elk ongeveer een talent pond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. Maar de mensen lasterden Elohim vanwege de plaag van de hagel, want de plaag van de hagel was zeer groot.

In de trompetten komt de verwoesting die komt op de aarde “door derden”, en mogelijk heeft die invloed op iedereen die niet verzegeld is. Maar hier komen de smerig stinkende en walgelijke zweren op die mensen die het merkteken van het beest hebben aangenomen, en die zijn beeld aanbidden. Omdat dit vers niet zegt dat “alle mensen overal” de smerig stinkende en walgelijke zweren ontvangen, hebben we reden om te geloven dat minder dan 100,00% van alle mensen op dit moment het beest aanbidden.

Wanneer de tweede schaal wordt uitgestort, verandert de zee (eventueel een verwijzing naar de Middellandse Zee) in bloed, en alle levende wezens in de zee (Middellandse Zee?) sterven.

Hitgalut (Openbaring) 16:3
“En de tweede engel goot zijn schaal uit in de zee, en die werd bloed, als van een dode. En elk levend wezen in de zee stierf.”

Wanneer de derde schaal wordt uitgestort veranderen de rivieren en waterbronnen in bloed. Gezien het feit dat Openbaring een visioen is, is dit meer dan waarschijnlijk symbolisch. Er zijn vele mogelijke interpretaties, maar een ervan is dat de valse leer (wateren) van de kerken wordt veranderd in het bloed van Yeshua, wat betekent dat de christenen hun valse aanbidding moeten verlaten, want nu zien ze de waarheid.

Hitgalut (Openbaring) 16:4-7
“En de derde engel goot zijn schaal uit in de rivieren en de waterbronnen, en het water werd bloed. En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, JHWH, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt. Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het. En ik hoorde een ander bij het altaar vandaan zeggen: Ja JHWH, almachtige Elohim! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig.

Als de vierde schaal wordt uitgestort, wordt de zon de macht gegeven om mensen te verschroeien door vuur. Dit is waarschijnlijk niet letterlijk, omdat dan ook de volgelingen van Yeshua zou worden verbrand. In plaats daarvan kan dit betekenen dat de “zon” (dwz, de Ruach haKodesh van Yeshua) nu veel intenser op mensen schijnt en dat veel mensen zich toch nog steeds niet bekeren, maar lasteren.

Hitgalut (Openbaring) 16:8-9
“En de vierde engel goot zijn schaal uit over de zon, en haar werd macht gegeven de mensen te verzengen met vuur. En de mensen werden verzengd door grote hitte. Maar zij lasterden de Naam van God, Die macht heeft over deze plagen, en zij bekeerden zich niet om Hem eer te geven.”

Dit kan overeenkomen met Jesaja 30:26, waar het licht van de “zon” (dwz, de Ruach haKodesh van Yeshua) zal worden verzevenvoudigd – maar merk toch op dat dit een goede zaak is voor het volk van Jahwe.

Yeshayahu (Jesaja) 30:26-27
“Dan zal het licht van de volle maan zijn als het licht van de gloeiende zon, en het licht van de zon zal zevenmaal sterker zijn, net als het licht van zeven dagen, op de dag dat de HEERE de breuk van Zijn volk zal verbinden en de wond die het is toegebracht, zal genezen.”

Als de vijfde schaal wordt uitgestort, wordt het koninkrijk van het beest (dat wil zeggen, de kerk en de islam) duister, en knagen de mensen op hun tong van de pijn. Dit zou gebeuren als hun koninkrijk wordt blootgesteld, en het ware licht van JHWH schijnt.

Hitgalut (Openbaring) 16:10-11
“En de vijfde engel goot zijn schaal uit over de troon van het beest, en zijn koninkrijk werd verduisterd. En zij beten op hun tong van pijn. En zij lasterden de Elohim van de hemel vanwege hun pijn en vanwege hun zweren, maar zij bekeerden zich niet van hun werken.”

 

Als de zesde schaal wordt uitgestort, is de Eufraat opgedroogd. Drie onreine geesten komen als kikvorsen uit de mond van de draak (satan), uit de bek van het beest (Babylon, of in dit geval, Rome?) en uit de mond van de valse profeet (Mohammed). Mensen beginnen zich dan te verzamelen bij Armageddon (dat zoals we zullen zien ook het bruiloftsfeest is).

Hitgalut (Openbaring) 16:12-16
En de zesde engel goot zijn schaal uit over de grote rivier, de Eufraat. En haar water droogde op, zodat de weg gereedgemaakt werd voor de koningen uit de richting waar de zon opgaat. En ik zag uit de bek van de draak, uit de bek van het beest en uit de mond van de valse profeet drie onreine geesten komen, als kikvorsen. Dit zijn namelijk de geesten van de demonen, die tekenen doen en die uitgaan naar de koningen van de aarde en van de hele wereld, om hen te verzamelen voor de oorlog van de grote dag van de almachtige God. Zie, Ik kom als een dief. Zalig hij die waakzaam is en op zijn kleren acht geeft, zodat hij niet naakt zal rondlopen en men zijn schaamte niet zal zien. En hij verzamelde hen op de plaats die in het Hebreeuws Har Megiddo wordt genoemd [Armageddon].

Wanneer de zevende schaal wordt uitgestort is er een “aardbeving” groter dan elke ervoor. Dit komt neer op een ineenstorting van de Babylonische maatschappelijke orde. Elk eiland (nationale grens) vlucht, en geen berg (regering) wordt nog gevonden. Dit betekent een volledige instorting van het Babylonische systeem, dat wordt vervangen door het Koninkrijk van JHWH. Zoals men zich kan voorstellen zal dit een tijd van grote onrust zijn. Hoewel het verstandig is om ons voor te bereiden, kan uiteindelijk alleen JHWH ons door deze tijd helpen.

Hitgalut (Openbaring) 16:17-21
En de zevende engel goot zijn schaal uit over de lucht. En er klonk een luide stem uit de tempel in de hemel, vanaf de troon, die zei: Het is geschied. En er kwamen stemmen, donderslagen en bliksemstralen. En er kwam een grote aardbeving, zo een als er niet is geweest sinds er mensen op de aarde geweest zijn: zo’n aardbeving, zo groot! En de grote stad viel in drie stukken uiteen en de steden van de heidenvolken stortten in. En het grote Babylon kwam bij Elohim in gedachtenis, en Hij gaf haar de drinkbeker met de wijn van Zijn grimmige toorn. {van Zijn grimmige toorn-Letterlijk: van de toorn van zijn grimmigheid. } En alle eilanden [nationale grenzen] zijn op de vlucht geslagen, en Bergen [regeringen] waren er niet meer te vinden. En grote hagel stenen, elk ongeveer een talent pond zwaar, vielen uit de hemel op de mensen neer. Maar de mensen lasterden Elohim vanwege de plaag van de hagel, want de plaag van de hagel was zeer groot.

De “grote stad” in vers 19 zou Jerusalem kunnen zijn, maar het kan ook Rome zijn. Als dat zo is zou dat helpen verklaren waarom de “steden van de volkeren” (die afhankelijk zijn van Rome) ook vallen.

De regeringen van mensen zullen allemaal ten val komen in deze tijd, en hun economieën met hen. We zouden er allemaal goed aan doen om spirituele gemeenschappen te hebben in onze gebieden, en ons erop voor te bereiden om voor onszelf te zorgen. Dit zal een tijd van zo grote omwenteling worden dat de Schrift er naar verwijst het ware het “de dag van JHWH”.