Emoenah: Geloof, vertrouwen, kracht en liefde tezamen zijn in deze tijd de sleutel
“De rechtvaardige zal door zijn emoenah [geloof] leven“. [Chavaqoeq/Hab. 2:4].
Wanneer je dus de woorden van de Profeten en Geleerden ter harte neemt, zul je weten dat dit voor jou persoonlijk dus de tijd is van ikvesa d’mosjiach, de voetstappen van de Masjiach. Dit is het eindstadium van de (jou) ballingschap met de signalen en tekenen van de komst van de Masjiach. Wij mogen ons verblijden in het feit dat wij niet bang of verbijsterd hoeven te zijn nu de gebeurtenissen van dit eindstadium zich langzamerhand ontvouwen. Het laatste offensief naar de verlossing is namelijk ons gebed. Ook de Bnej Noach [niet-Joden] zijn verplicht met ons te dawnen – bidden – in deze tijden van gevaar. De Sefer Halkrim Maamar 4 hoofdstuk 16 (Het “Book of Principles” van Joseph Albo) zegt dat een ieder die gelooft in Hasjems voorzienigheid in ons dagelijks bestaan, ook moet geloven dat tefillah – gebed – hem/haar zal redden uit de problemen. Iedereen die in tijden van nood niet dawent – bidt – heeft een gebrek aan emoenah in de voortdurende waakzaamheid van haShem of in de macht van haShem om te helpen. Door je gebed en het uitroepen naar Hasjem, wordt je gered [zie Sjmot/Ex. 2:23; Sjoftiem/Richt. 6:7] en dat voortdurend want “de Bewaarder van Israël zal niet sluimeren of slapen”.